Translation of "Gebirge" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Gebirge" in a sentence and their dutch translations:

Das Simien-Gebirge in Äthiopien.

Het Simiengebergte in Ethiopië.

Diesen Sommer werden wir ins Gebirge gehen und an die See.

- Deze zomer gaan we naar de bergen en naar zee.
- Deze zomer zullen we naar de bergen gaan en naar zee.

Im Sommer fahr ich an die See, im Winter ins Gebirge.

- 's Zomers ga ik naar de zee, 's winters naar de bergen.
- In de zomer ga ik naar de zee, in de winter naar de bergen.
- Zomers ga ik naar de zee, 's winters naar de bergen.

- Wir waren zum Skifahren in den Bergen.
- Wir gingen ins Gebirge, um Ski zu laufen.
- Wir fuhren zum Skilaufen in die Berge.
- Wir sind zum Skifahren in die Berge gefahren.

- We gingen naar de berg om te skiën.
- We gingen naar de bergen om te skiën.