Translation of "Zum" in Dutch

Zum Mitnehmen oder zum Hieressen?

Meenemen of hier opeten?

- Zum Mitnehmen oder zum Hieressen?
- Für hier oder zum Mitnehmen?
- Ist es zum Hieressen oder zum Mitnehmen?
- Zum Hieressen oder Mitnehmen?

Is het om hier te eten, of om mee te nemen?

- Zum Mitnehmen oder zum Hieressen?
- Für hier oder zum Mitnehmen?

- Hier opeten of meenemen?
- Is dit om hier op te eten of om mee te nemen?

- Zum Mitnehmen oder zum Hieressen?
- Für hier oder zum Mitnehmen?
- Ist es zum Hieressen oder zum Mitnehmen?
- Zum Hieressen oder Mitnehmen?
- Zum Mitnehmen? Oder essen Sie hier?

Is dit om hier op te eten of om mee te nemen?

Zum Beispiel?

Zoals?

Zum Vergleich,

Laat me dat in perspectief plaatsen.

Zum Lachen!

Belachelijk!

Zum Mitnehmen?

Om mee te nemen?

Zum Angriff!

Val aan!

- Glückwunsch zum Jahrestag!
- Alles Gute zum Jahrestag!

Gelukkige verjaardag!

- Er ging zum Geschäft.
- Sie ging zum Laden.
- Er ging zum Laden.

- Hij ging naar de winkel.
- Zij ging naar de winkel.

- Er ging zum Geschäft.
- Er ist zum Laden gegangen.
- Er ging zum Laden.

Hij ging naar de winkel.

- Herzlichen Glückwunsch zum Geburtstag!
- Alles Gute zum Geburtstag!

Gefeliciteerd met je verjaardag!

- Geh doch zum Arzt!
- Geh sofort zum Arzt!

Ga onmiddellijk naar de dokter!

Zum Beispiel hier.

Ik bedoel, kijk hier.

Zeit zum Entladen.

Tijd om uit te laden.

- Prost!
- Zum Wohl!

- Bedankt!
- Proost!
- Gezondheid!

Was zum Henker?

Wat krijgen we nou?

Geh zum Friseur.

Ga naar de kapper.

Bis zum Wochenende!

- Ik zie je in het weekend!
- Ik zie u in het weekend!

- Zum Angriff!
- Angriff!

Val aan!

Geh zum Park.

Ga naar het park.

Glückwunsch zum Diplom!

Gefeliciteerd met je diploma!

Zeit zum Abendessen.

Het is etenstijd.

- Zum Lachen!
- Lächerlich!

Belachelijk!

Wem zum Vorteil?

In wiens voordeel?

Glückwunsch zum Sieg!

- Gefeliciteerd met uw overwinning!
- Gefeliciteerd met je overwinning!

- Für hier oder zum Mitnehmen?
- Zum Hieressen oder Mitnehmen?

- Is het om hier te eten, of om mee te nemen?
- Is dit om hier op te eten of om mee te nemen?

- Ich bin zum Bahnhof gegangen.
- Ich ging zum Bahnhof.

- Ik ging naar het station.
- Ik ging naar het treinstation.

- Tom ist zum Arzt gegangen.
- Tom ging zum Arzt.

Tom ging naar de dokter.

- Bist du zum Arzt gegangen?
- Seid ihr zum Arzt gegangen?
- Sind Sie zum Arzt gegangen?

- Zijt ge naar de dokter geweest?
- Ben je naar een dokter geweest?

- Was möchtest du zum Abendessen?
- Was möchten Sie zum Abendessen?
- Was möchtet ihr zum Abendessen?

- Wat wil je voor het diner?
- Wat wil je voor het avondeten?

- Ich möchte zum Mond fliegen.
- Ich möchte zum Mond reisen.
- Ich will zum Mond reisen.

- Ik zou graag naar de maan vliegen.
- Ik wil naar de maan reizen.
- Ik wil naar de maan gaan.
- Ik wil graag naar de maan vliegen.

- Was möchtest du zum Frühstück essen?
- Was willst du zum Frühstück?
- Was möchtest du zum Frühstück?

Wat wilt u voor het ontbijt?

- Was möchtest du zum Frühstück essen?
- Was wünschen Sie zum Frühstück?
- Was willst du zum Frühstück?

- Wat wilt ge als ontbijt?
- Wat wilt u voor het ontbijt?
- Wat wil je voor het ontbijt?

- Sie wählten Jean zum Mannschaftskapitän.
- Sie wählten John zum Mannschaftskapitän.

Ze kozen John als aanvoerder van het team.

- Ich möchte zum Mond reisen.
- Ich will zum Mond reisen.

Ik wil naar de maan reizen.

- Herzlichen Glückwunsch zum Geburtstag, Muiriel!
- Alles Gute zum Geburtstag, Muiriel!

- Gefeliciteerd met je verjaardag, Muiriel!
- Hartelijke gelukwensen om uw verjaardag, Muriel!

- Herzlichen Glückwunsch zum Geburtstag, Tom!
- Alles Gute zum Geburtstag, Tom!

Fijne verjaardag, Tom!

- Bist du zum Laden gegangen?
- Sind Sie zum Laden gegangen?

Bent u naar de winkel gegaan?

Zum Denken sind wenige Menschen geneigt, obwohl alle zum Rechthaben.

Weinigen zijn geneigd om te denken, hoewel iedereen geneigd is om gelijk te hebben.

zum Beispiel, sagt er:

Neem bijvoorbeeld, zegt hij,

Dieser Gletscher zum Beispiel.

Neem die gletsjer bijvoorbeeld.

MS: Nun zum Ergebnis.

Hier zijn de resultaten.

- Prost!
- Gesundheit!
- Zum Wohl!

- Proost!
- Gezondheid!

Alles Gute zum Geburtstag!

Gefeliciteerd met je verjaardag!

Bring sie zum OP.

- Breng haar naar de operatiekamer.
- Breng haar naar de OK.

Ich gehöre zum Baseballteam.

Ik ben lid van een honkbalteam.

Es ist zum Verrücktwerden!

Het is om gek van te worden!

Sie ging zum Friseur.

Ze ging naar de kapper.

Er ging zum Zahnarzt.

Hij ging naar de tandarts.

Ich gehe zum Arzt.

Ik ga naar de dokter.

Tom wurde zum Informanten.

Tom werd klokkenluider.

Gehörst Du zum Baseballclub?

Zit je op de baseballclub?

Wir müssen zum Flughafen.

We moeten bij het vliegveld zijn.

Hier oder zum Mitnehmen?

Is dit voor hier of om mee te nemen?

Scher dich zum Teufel!

Loop naar de duivel!

Bis zum nächsten Mal.

Tot de volgende keer.

Wir gingen zum Tontaubenschießen.

We gingen kleiduiven schieten.

Geh zurück zum Labor.

- Ga terug naar het laboratorium.
- Ga terug naar het lab.

Tom ging zum Zahnarzt.

Tom ging naar de tandarts.

Wir gingen zum Strand.

We gingen naar het strand.

Herzlichen Glückwunsch zum Geburtstag!

- Gefeliciteerd met je verjaardag!
- Gelukkige verjaardag!

Er ging zum Geschäft.

- Hij ging naar de winkel.
- Zij ging naar de winkel.

Zum Hier-Essen, bitte.

Hier opeten graag.

Du bist zum Kotzen!

Je bent walgelijk.

Zum Teufel mit dir!

- Rot op!
- Krijg de tering!

Zum Hilton Hotel bitte.

Naar het Hiltonhotel alstublieft.

Ich gehe zum Flughafen.

- Ik ga naar het vliegveld.
- Ik ga naar de luchthaven.

Ich gehöre zum Segelklub.

Ik ben lid van de zeilclub.

Bitte zum Hotel Hilton!

Naar het Hiltonhotel alstublieft.

Er ging zum Laden.

Hij ging naar de winkel.

Alles Gute zum Weltfrauentag!

Fijne Internationale Vrouwendag!

Sie standen zum Verkauf.

Ze waren te koop.