Examples of using "Vaisselle" in a sentence and their dutch translations:
Doe de afwas!
- Ik heb een vaatwasser.
- Ik heb een afwasmachine.
Ze heeft de vaat niet gedaan.
- Ik doe de afwas.
- Ik doe de vaat.
- Hij heeft een vaatwasser.
- Hij heeft een afwasmachine.
Ik moet de afwas doen.
- Ik doe meestal de vaat.
- Gewoonlijk doe ik de afwas.
- De vaatwasser is stuk.
- De vaatwasser is kapot.
Ze heeft de vaat niet gedaan.
Kan je de vaatwasser inruimen?
Wij hebben geen vaatwasser.
Ik heb geen vaatwasser.
Tom waste de borden niet af.
Kan je de vaatwasser uitruimen?
Mijn vader doet dikwijls de afwas.
Heb je de vaatwasser al uitgeruimd?
Ze was toen de afwas aan het doen.
Ruim a.u.b. dat vaatwerk daar op.
- Kun je me helpen met de afwas?
- Kun je me helpen de afwas te doen?
Kun je me helpen met afwassen?
Ze deed de afwas uit zichzelf.
- Ik doe de vaat wel.
- Ik doe de afwas wel.
- Wiens beurt is het om de afwas te doen?
- Wie is aan de beurt om af te wassen?
Ik ben de afwas aan het doen.
- Tom is net met de vaat klaar.
- Tom is net klaar met afwassen.
- Tom is net klaar met de afwas.
Ik doe de afwas.
Is het je gelukt de vaatwasser aan de praat te krijgen?
Er is iets mis met de vaatwasser.
Heb je de vaatwasser aangezet?
Omdat jij hebt gekookt, zal ik de afwas doen.
- Tom spoelde de borden af en zette ze in de vaatwasser.
- Tom heeft de borden afgespoeld en in de vaatwasser gezet.
Kun je me helpen met afwassen?
Een dressoir is een lang, laag, afgeplat meubelstuk voor de eetkamer, dat meestal van hout is gemaakt en wordt gebruikt om porselein en linnengoed in op te bergen.