Examples of using "Témoin" in a sentence and their dutch translations:
Is Tom een ooggetuige?
Ik ben getuige.
Tom was slechts een getuige.
zoals de ooggetuige zei,
Tom was slechts een getuige.
Tom was getuige van het ongeluk.
Hij was getuige van de moord.
Tom was geen goede getuige.
maar laat me eventjes terugkomen op de controlegroep.
Hij was de enige getuige van het ongeval.