Examples of using "Suffisant" in a sentence and their dutch translations:
Het is meer dan genoeg.
Dat zal meer dan genoeg zijn.
En dat snel vallende ding schrikt dat dier af.
Dat zou genoeg zijn.
Ik denk niet dat dit genoeg is.
- Dat is genoeg.
- Dat volstaat.
- Dat is niet voldoende.
- Dat is niet genoeg.
- Dat is genoeg.
- Dat volstaat.
Nee, het is genoeg. Ik zit vol.
Is het genoeg?
Het is niet genoeg.
Nee, het is genoeg. Ik zit vol.
We kunnen beschutting vinden onder deze stenige uitsparing. Meer heb je niet nodig, even weg van de zon in de schaduw.