Examples of using "Sortie" in a sentence and their dutch translations:
- Ze is weg.
- Ze is vertrokken.
Waar is de uitgang?
Waar is de uitgang?
- De sterren kwamen tevoorschijn.
- De sterren verschenen.
- Maria is naar buiten gegaan.
- Maria ging naar buiten.
- Maria is eruit gegaan.
- Maria ging eruit.
Dat is onze weg naar buiten. Kom op.
Ondanks de regen ben ik naar buiten gegaan.
Deze deur is de enige uitgang.
Ik ging uit.
De maan verscheen van achter de wolken.
Mijn moeder is 10 minuten geleden weggegaan.
Deze zin is niet erg interessant buiten zijn context.
Je bent moeilijk te vinden, hè? Je heb het goed gedaan.
U mag hier niet parkeren, het is een uitgang!
Ondanks de regen ben ik naar buiten gegaan.
Vorige week ben ik naar buiten gegaan.
Ik kwam erachter wiens auto van de weg afreed.
Vooraleer te gaan slapen in een hotel, ga eerst na waar de nooduitgang zich bevindt.
Daar zul je drie trappen vinden, waarvan er één je naar de uitgang zal leiden.
- Ze vertrok om wat eten te gaan kopen.
- Ze ging uit om iets te eten te kopen.
Iedere keer dat ik ging om haar te zien was ze al vertrokken.
De uitgang van de metro is vlak naast de deur van het gebouw.
Ik heb geen geschikte schoenen voor dat evenement.
Deze zin is niet erg interessant buiten zijn context.
De ekster vloog gauw de boom in, toen ik naar buiten liep.
Ik denk dat we ergens verkeerd zijn afgeslagen.