Examples of using "Sortait" in a sentence and their dutch translations:
Ze ging uit.
Hij ging uit.
Tom ging uit.
Ze kwam niet uit dat hol.
Hij ging publiekelijk uit.
Hij was uitgegaan.
- Sami ging uit met die trut.
- Sami datete die teef.
- Maria is naar buiten gegaan.
- Maria ging naar buiten.
- Maria is eruit gegaan.
- Maria ging eruit.
Ik ontmoette hem juist toen hij uit school kwam.
Sami was aan het daten.
Hij draaide de fles ondersteboven en schudde hem, maar toch kwam de honing er niet uit.