Examples of using "Poker" in a sentence and their dutch translations:
Ik speel graag poker.
Tom kan poker spelen.
Tom waagde zijn kans op een pokerwedstrijd.
Tom heeft veel geld met poker verloren.
Ik hoop dat het geluk aan onze kant staat bij het pokerspel.
Tom en zijn vrienden spelen bijna iedere vrijdagavond poker.