Examples of using "Côté" in a sentence and their dutch translations:
Spring er overheen.
Ik sta aan jouw kant.
Aan wie zijn kant sta jij?
Ga naar de overkant!
Aan de ene kant mocht ik Ingolf graag,
Het Afrikaanse continent, anderzijds,
Tom woont hiernaast.
Hij woont hiernaast.
Ik verwar altijd bakboord met stuurboord.
Een kant van een munt wordt 'kop' genoemd, en de andere zijde wordt 'munt' genoemd.
Kom naast me zitten.
Aan de andere kant beweert Wendy Kaminer,
- Ze heeft iets raadselachtigs.
- Ze heeft een mysterieuze kant.
Hij ging naast haar zitten.
Ik zat naast hem.
Hij ging naast me zitten.
Het materiële bepaalt niet ons leven, maar het spirituele.
Hij legde het boek aan de kant.
Naast de kwestie.
Ze ging die kant op.
- Hij zette zich naast haar.
- Hij ging naast haar zitten.
- Ik woon hiernaast.
- Ik woon ernaast.
Het station is dichtbij.
Hij is naast mij.
De grazige weiden bevinden zich aan de overkant.
Is het daar? Richting die keien?
...zag ik haar vlak naast me.
Leg dat boek voor mij aan de kant.
- Ze zat naast me.
- Ze zat naast mij.
Het is aan de overkant van de straat.
We zagen een klein eilandje aan de andere kant.
Hij ging naast me zitten.
We zouden een appeltje tegen de dorst moeten bewaren.
Ze wonen aan de overkant van de rivier.
Kun jij over seks heen kijken?
Ze zat naast mij.
Tom woonde naast zijn oom.
Wat lag er naast het bordje?
De zoon staat naast de vader.
Sta niet aan de kant van de moordenaars!
Sta niet aan de kant van de moordenaars!
Haar huis bevindt zich over de brug.
Hij zette zich naast haar.
de kant waardoor treiteraars treiteren;
Toen ging Chas naast me zitten.
Facebook, je maakte een historische misstap hierin.
De koningin stond naast de koning.
Ik leg iedere maand 10 dollar opzij.
De kat slaapt graag naast me.
Ze wonen aan de andere kant van de weg.
Hij spaart tien dollar per week.
- Ze woont aan de andere kant.
- Ze woont hiertegenover.
- Ze woont aan de andere kant van de straat.
- Hij woont hiertegenover.
- Hij woont aan de andere kant van de straat.
- Het gras aan de andere kant van de heuvel is altijd groener.
- Het gras van je buurman is altijd groener dan het jouwe.
Iedereen wil naast haar zitten.
Ik had liever gehad, dat ze naast me zou zitten.
Van mijn kant heb ik geen bezwaar.
De kerk bevindt zich aan de andere kant van de straat.
Leg dat voor mij aan de kant alstublieft.
Ik zette mij naast hem.
- Ik zat dicht bij John.
- Ik zat naast John.
Ik ging naast hem zitten.
Ik dacht dat we aan dezelfde kant stonden.
De kerk is juist aan de overkant van de straat.
Naast de tafel staan twee stoelen.
De fiets bij de deur is van mij.
In dit geval gaat het bezwaar voorbij aan een belangrijke werkelijkheid,
Ga de andere kant om. Waar is hij gebleven?
's Avonds tonen zelfs koralen een duistere kant.
Maar het ligt aan de andere kant van de weg.
stak haar tong uit de zijkant van haar mond
...en er zit nog een grote octopus naast haar.
De kerk is juist aan de overkant van de straat.