Examples of using "Passera" in a sentence and their dutch translations:
De winter gaat voorbij.
Het komt wel goed met je.
Het gaat voorbij.
Tom zal Kerstmis niet doorbrengen met zijn familie.
Tom zal kerstavond met zijn familie doorbrengen.
Het komt wel goed met je.
Als jij je niet gedraagt, dan komt de Kerstman niet hoor.
Ik vraag mij af wat er zou gebeuren als ik deze knop indruk.
Waar zal Tom Kerstmis doorbrengen?
Ik vraag mij af wat er zou gebeuren als ik deze knop indruk.