Translation of "Marchant" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Marchant" in a sentence and their dutch translations:

Ne lis pas en marchant.

Niet lezen tijdens het lopen.

Elle a parlé en marchant.

- Ze sprak al gaand.
- Ze wandelde en praatte.

Il sifflait tout en marchant.

Al wandelende floot hij.

Je vais à l'école en marchant.

- Ik ga lopend naar school.
- Ik ga te voet naar school.

Il faut être prudent en marchant sur un lac gelé.

Wees voorzichtig op bevroren meren.

Et regardez... J'en sème en marchant pour marquer mon chemin.

En kijk... ...sprenkel wat hiervan onderweg, het markeert mijn pad.

En marchant dans la rue, j'ai rencontré un vieil ami.

Toen ik op straat liep, ontmoette ik een oude vriend.

Il s'est pris un poteau en marchant dans la rue.

- Hij liep tegen een paal toen hij over straat liep.
- Hij knalde tegen een paal aan toen hij over straat liep.

- Je vais à l'école en marchant.
- Je vais à l'école à pied.

- Ik ga lopend naar school.
- Ik ga te voet naar school.

- Je vais à l'école en marchant.
- Je vais à l'école à pied.
- Je me rends à pied à l'école.

- Ik ga lopend naar school.
- Ik ga te voet naar school.