Examples of using "Chemin" in a sentence and their dutch translations:
- Ga voorop.
- Wijs de weg.
Op de heenweg?
Loop maar door!
- Ga daarlangs.
- Gaat u daarlangs.
Het is een rechtstreeks pad.
- Het pad was smal.
- De doorgang was smal.
Jij hebt de weg versperd.
U hebt de weg versperd.
De weg was ijzig.
Dit pad is modderig.
Ik ben onderweg.
- Je staat in de weg.
- U staat mij in de weg.
Ik zal u de weg tonen.
Welke kant gaan we op vanaf hier?
...dringt naar voren...
Wat is de beste manier om verder te komen?
- De weg splitst zich hier in tweeën.
- Hier splitst de weg zich.
Deze weg is niet heel veilig.
Er bestaat geen weg naar geluk; geluk is de weg.
- Laat me de weg naar de bushalte zien.
- Toon me de weg naar de bushalte.
Als we deze zenuwbaan het zwijgen opleggen,
Dus we gaan een andere weg naar beneden zoeken.
Maar vandaag wordt hun weg geblokkeerd.
Wijs me de weg, wil je?
Deze stoelen staan in de weg.
Jullie zitten op de juiste weg.
Een vrouw vroeg mij de weg.
Tom lijkt de weg goed te kennen.
Volg de weg!
Dit is de kortste route naar Parijs.
Kunt u mij de weg naar het station wijzen?
Hij is verdwaald in het bos.
Hij raakte zijn weg kwijt in de sneeuw.
Ik ben de weg kwijt.
- Ik kwam haar tegen op mijn weg naar de school.
- Ik kwam haar tegen op weg naar school.
...en hopen dat een kortere weg zich aandient.
En we hebben zelfs nog een kleine snack gehad.
Ik heb gaandeweg een paar waardevolle lessen geleerd.
Laten we hopen dat het wrak ergens voor ons ligt.
Maar we hebben nog een lange weg te gaan.
Maar we moeten een grote afstand overbruggen.
Kunt u mij de weg naar de haven wijzen?
Ik ben in het woud mijn weg kwijtgeraakt.
Het is een lange weg van hier naar de school.
De weg splitst zich hier in tweeën.
Wijs ons de weg, alstublieft!
Dus schiet op en beslis... ...op welke manier we er het snelste komen.
Laten we proberen een andere route te vinden.
Welke route brengt ons het snelst naar het wrak?
Volg me en ik zal je de weg wijzen.
Kunt u me de weg naar het station wijzen?
We zijn op weg naar huis.
Zou u me kunnen vertellen hoe ik bij het station kom?
Hij raakte zijn weg kwijt in de sneeuw.
Het is een verdere stap op de weg naar mezelf.
Wil je me alsjeblieft de weg wijzen?
Ik kwam haar tegen op weg naar school.
Wees voorzichtig op de weg naar huis.
- Laat me de weg naar de bushalte zien.
- Toon me de weg naar de bushalte.
- Laat me de weg naar de bushalte zien.
- Toon me de weg naar de bushalte.
- Ik ben op weg naar huis.
- Ik ben onderweg naar huis.
De reis is belangrijker dan de bestemming.
- Ik ben hier niet bekend.
- Ik weet hier de weg niet.
- Ik kom eraan.
- Ik ben onderweg.
Halverwege namen we een pauze.
De kinderen verdwaalden in het bos.
Jij kiest de route, zaaggras of moeras?
Het is nog altijd vrij ver lopen die kant op.
want er was nog een lange weg te gaan.
met te proberen de menselijke ervaring te ontlopen.
De weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens.
- Hij zag het ongeval onderweg naar school.
- Hij zag het ongeluk op weg naar school.
Er stond een vrachtwagen midden op straat.
Ik weet de weg naar je huis niet.
Een hek scheidt de tuin van een wegje.