Examples of using "Junalla" in a sentence and their dutch translations:
Ik neem de trein van elf uur.
Ik ging per trein naar Boston.
Ik kom per trein.
Welke trein gaat ge nemen?
Ik neem iedere dag de trein naar mijn werk.
Is hij met de bus of met de trein gekomen?
Deze zit wat vol, dus laten we de volgende trein nemen.