Translation of "Bostoniin" in Dutch

Tervetuloa Bostoniin!

Welkom in Boston.

Menin Bostoniin junalla.

Ik ging per trein naar Boston.

Me menimme Bostoniin.

We gingen naar Boston.

Tom on tulossa kanssamme Bostoniin.

Tom gaat met ons naar Boston.

Tom tuli Bostoniin tapaamaan Maria.

Tom kwam naar Boston om Mary te bezoeken.

Haluan että tulet takaisin Bostoniin.

Ik zou graag hebben dat je terug naar Boston komt.

Tom saapui Bostoniin eilen illalla.

- Tom kwam vannacht in Boston aan.
- Tom kwam gisterenavond in Boston aan.

En aio mennä Bostoniin ensi viikonloppuna.

Ik ga niet naar Boston volgend weekend.

Onko se totta, että muutat Bostoniin?

Is het waar dat je naar Boston verhuist?

Tom muutti Bostoniin kolme vuotta sitten.

Tom is drie jaar geleden naar Boston verhuisd.

Tom tuli Bostoniin toivoen löytävänsä työtä.

- Tom kwam naar Boston en hoopte dat hij een job kon vinden.
- Tom kwam naar Boston en hoopte dat hij wat werk kon vinden.

Onko se totta, että Tomi meni Bostoniin?

Is het waar dat Tom naar Boston is gegaan?

Tom menetti mahdollisuuden matkustaa Bostoniin Maryn kanssa.

Tom miste de kans om met Maria naar Boston te reizen.