Examples of using "What'll" in a sentence and their dutch translations:
- Wat gaan wij doen?
- Wat zullen we doen?
Wat zal dat kosten?
Wat zal Tom zeggen?
Wat gaan jullie doen?
Wat ga je haar vertellen?
Wat ben je van plan tegen Tom te zeggen?
Wat ga je van het weekend doen?
Niemand kan voorzien wat er gaat gebeuren.
- Wat zullen ze met Tom doen?
- Wat gaan ze met Tom doen?
Je weet maar nooit wat er gebeurt.
Wat ga je van het weekend doen?
- Wat ga je Tom geven met Kerstmis?
- Wat gaat u Tom geven met Kerstmis?
- Wat gaan jullie Tom geven met Kerstmis?
Wat zullen we doen?
Wat ga je dragen?
Wat ga je van het weekend doen?
Wat gaat het kosten?
- Wat zal je Tom geven voor Kerstmis?
- Wat zult u Tom geven voor Kerstmis?
- Wat zullen jullie Tom geven voor Kerstmis?
- Wat ga je Tom geven met Kerstmis?
Wat zal er van mij worden?
Wat zal er met Tom gebeuren?
Wat ga je vandaag koken?
- Wat wilt ge drinken?
- Wat wil je drinken?
Wat zal je doen na je werk?
Wat zal Tom zeggen?
Wat gaat Tom ermee doen?
Wat gaan jullie nemen?
- We zullen zien wat er gaat gebeuren.
- Laten we zien wat er gebeurt.
Je weet maar nooit wat er morgen gaat gebeuren.
Wat wil je eten?
Wat gaan we nu doen?
Wat ga je van het weekend doen?
Wat gaan we nu doen?
Wat wilt u drinken?
Wat gaan jullie doen?
Ik vraag mij af wat er zou gebeuren als ik deze knop indruk.
Wat zal je doen na je werk?
Ik vraag mij af wat er zou gebeuren als ik deze knop indruk.
- Wat gaat het kosten?
- Hoeveel gaat het kosten?