Translation of "Happen" in Dutch

0.010 sec.

Examples of using "Happen" in a sentence and their dutch translations:

- It will happen.
- It'll happen.

Het zal gebeuren.

- That won't happen.
- It will not happen.
- It won't happen.

Dat zal niet gebeuren.

- Things like that happen.
- Things happen.

- Dingen gebeuren nu eenmaal.
- Dingen gebeuren.

- That won't happen.
- It's not going to happen.
- It will not happen.
- It won't happen.
- It isn't going to happen.

Het gaat niet gebeuren.

- It'll never happen.
- That'll never happen.
- That's never going to happen.

Dat zal nooit gebeuren.

Accidents happen.

Ongelukken gebeuren.

Nothing'll happen.

Er zal niets gebeuren.

It'll happen.

Het zal gebeuren.

Mistakes happen.

- Fouten gebeuren.
- Vergissingen gebeuren.

Things happen.

Dingen gebeuren nu eenmaal.

- How did it happen?
- How did this happen?
- How did that happen?

Hoe is dat gebeurd?

- When did it happen?
- When did this happen?
- When did that happen?

- Wanneer is het gebeurd?
- Wanneer gebeurde dit?
- Wanneer is dit gebeurd?

- That won't happen.
- That's not going to happen.
- It's not going to happen.
- That isn't going to happen.
- It isn't going to happen.

Dat zal niet gebeuren.

- That won't happen.
- That isn't going to happen.
- That ain't going to happen.

Dat zal niet gebeuren.

- It'll never happen.
- It's never going to happen.
- That's never going to happen.

Dat zal nooit gebeuren.

- It won't happen again.
- This won't happen again.

Dit zal niet nog eens gebeuren.

- How could that happen?
- How could this happen?

Hoe kon dat gebeuren?

- How did it happen?
- How did that happen?

Hoe is dat gebeurd?

- That won't happen.
- It's not going to happen.

Dat zal niet gebeuren.

- That'll never happen.
- That's never going to happen.

Dat zal nooit gebeuren.

- That can happen.
- That could happen.
- That happens.

Dat kan gebeuren.

- Where did it happen?
- Where did that happen?

Waar is het gebeurd?

- Why did this happen?
- Why did that happen?

- Waarom is dit gebeurd?
- Waarom gebeurde dit?

- I'm hoping that will happen.
- I'm hoping that'll happen.
- I'm hoping that that'll happen.

Ik hoop dat het gebeurt.

What would happen?

Wat zou er gebeuren?

Anything could happen.

Er kan van alles gebeuren.

Did something happen?

Is er iets gebeurd?

That won't happen.

Dat zal niet gebeuren.

It does happen.

- Het komt voor.
- Het gebeurt wel.
- Het gebeurt.

It'll never happen.

Dat zal nooit gebeuren.

Accidents will happen.

Een ongeluk zit in een klein hoekje.

That'll probably happen.

Dat zal waarschijnlijk gebeuren.

- What'll happen to Tom?
- What will happen to Tom?

Wat zal er met Tom gebeuren?

- It's not going to happen.
- It isn't going to happen.

Het gaat niet gebeuren.

- I didn't want this to happen.
- I didn't want that to happen.
- I didn't mean for this to happen.
- I didn't mean that to happen.
- I did want that to happen.

Ik wilde niet dat dit zou gebeuren.

Why did that happen?

Waarom is dit gebeurd?

Why did it happen?

Waarom gebeurde dat?

That made that happen.

die daarvoor nodig was.

That didn't really happen.

Dat is niet echt gebeurd.

This won't happen again.

Dit zal niet nog eens gebeuren.

How did it happen?

Hoe is dat gebeurd?

How could that happen?

Hoe kon dat gebeuren?

Let's make that happen.

- Laten we dat doen.
- Laten we dat voor elkaar krijgen.
- Laten we dat waarmaken.

When did it happen?

Wanneer is het gebeurd?

I saw it happen.

- Ik zag het gebeuren.
- Ik heb het zien gebeuren.

Why did this happen?

- Waarom is dit gebeurd?
- Waarom gebeurde dit?

Where did it happen?

Waar is het gebeurd?

Absurd things happen here.

Er gebeuren hier idiote dingen.

It doesn't always happen.

Het gebeurt niet altijd.

Did that happen recently?

- Is het recent gebeurd?
- Is het onlangs gebeurd?
- Is het kort geleden gebeurd?

It won't happen again.

Dit zal niet nog eens gebeuren.

It shouldn't happen again.

Het zou niet meer moeten gebeuren.

How does this happen?

Hoe gebeurt zoiets?

Can this happen here?

Kan dit hier gebeuren?

Traffic accidents happen daily.

Verkeersongevallen gebeuren dagelijks.

Does this often happen?

Gebeurt dit vaak?

Why would that happen?

Waarom zou dat gebeuren?

- Most accidents happen in the neighborhood.
- Most accidents happen near home.

De meeste ongelukken gebeuren dicht bij huis.

- This was not supposed to happen.
- This wasn't supposed to happen.

Dit had niet moeten gebeuren.

- Here's what's going to happen.
- This is what's going to happen.

Dit gaat er gebeuren.

- Most accidents happen around the corner.
- Most accidents happen near home.

De meeste ongelukken gebeuren dicht bij huis.

- I didn't want this to happen.
- I didn't want that to happen.
- I didn't want it to happen.

Ik had niet gewild dat dit gebeurde.

- I didn't want this to happen.
- I didn't want that to happen.
- I didn't want it to happen.
- I didn't mean for this to happen.

- Ik wilde niet dat dit zou gebeuren.
- Ik had niet gewild dat dit gebeurde.

- I didn't want this to happen.
- I didn't want it to happen.

Ik wilde niet dat dit zou gebeuren.

- When did this occur?
- When did this happen?
- When did that happen?

- Wanneer gebeurde dit?
- Wanneer is dit gebeurd?

Nobody can foresee what'll happen.

Niemand kan voorzien wat er gaat gebeuren.

Most accidents happen near home.

De meeste ongelukken gebeuren dicht bij huis.

Things don't happen by magic.

De gebraden kippen zullen je niet in de mond vliegen.

Did anyone see it happen?

Zag iemand het gebeuren?

It won't happen to me.

Dat zal me niet overkomen.

That'll never happen to me.

Dat zal mij nooit gebeuren.

Accidents happen all the time.

Er gebeuren de hele tijd ongelukken.

What's going to happen today?

Wat gaat er vandaag gebeuren?

Don't worry. These things happen.

Maak je geen zorgen. Zulke dingen gebeuren nu eenmaal.