Translation of "Town" in Dutch

Leave town.

Verlaat de stad.

Tom left town.

- Tom verliet de stad.
- Tom is de stad uit.

Aren't you in town?

Ben je in de stad?

He's out of town.

Hij is de stad uit.

I'm new in town.

Ik ben nieuw in de stad.

He'll go to town.

Hij zal naar de stad gaan.

I live in town.

Ik woon in de stad.

I love my town.

Ik hou van mijn stad.

The town fell into ruin.

De stad raakte in verval.

They live in this town.

Ze wonen in deze stad.

You can't go to town.

Je mag niet naar de stad gaan.

My town has a castle.

Mijn stad heeft een kasteel.

Boston is a great town.

Boston is een geweldige stad.

Let's paint the town red.

Laten we de bloemetjes buiten zetten.

Dan decided to leave town.

Dan besloot de stad te verlaten.

I live in a town.

Ik woon in een stad.

I'm living in a town.

Ik woon in een stad.

Rome is an Italian town.

Rome is een Italiaanse stad.

He's from a small town.

Hij komt uit een kleine stad.

Tom showed me around town.

Tom heeft me de stad getoond.

This town has two beaches.

Deze stad heeft twee stranden.

I'm from out of town.

Ik kom van buiten de stad.

- Tom is the talk of the town.
- Tom's the talk of the town.

Tom is het gesprek van de stad.

- There is no library in this town.
- There's no library in this town.

Er is geen bibliotheek in deze stad.

- That town has many tall buildings.
- There are many tall buildings in that town.

Er zijn veel hoge gebouwen in deze stad.

It's time to hit the town.

...is het tijd om naar de stad te gaan.

Yokohama is a beautiful port town.

Yokohama is een mooie havenstad.

The storm destroyed the whole town.

De storm heeft de hele stad verwoest.

The town is accessible by rail.

De stad is per spoor bereikbaar.

The town was full of activity.

De stad was erg druk.

There are many tourists in town.

Er zijn veel toeristen in de stad.

He lives in a port town.

Hij woont in een havenstad.

I don't want to leave town.

Ik wil de stad niet verlaten.

He'll go to town for you.

Hij zal voor je naar de stad gaan.

How do you like this town?

Hoe bevalt deze stad u?

It's the talk of the town.

De hele stad weet het.

The entire town was under water.

De hele stad stond onder water.

Tom's parents are out of town.

Toms ouders zijn de stad uit.

Is your school in this town?

Staat je school in deze stad?

I live in the town centre.

Ik woon in het stadscentrum.

The town is packed with tourists.

De stad is vol toeristen.

Santa Claus is coming to town.

De kerstman komt naar de stad.

- I am leaving town for a few days.
- I'm leaving town for a few days.

- Ik ga voor een paar dagen de stad uit.
- Ik verlaat de stad voor een paar dagen.

- Did you know that Tom had left town?
- Did you know Tom had left town?

Wist jij dat Tom de stad verlaten had?

- Tom left town.
- Tom has left the city.
- Tom left the city.
- Tom has left town.

- Tom verliet de stad.
- Tom is de stad uit.

I work at a restaurant in town,

Ik werkte in een restaurant

Looks like an old deserted mining town.

Het lijkt me een oude verlaten mijnstad.

She'll have to look further into town.

Ze zal verder de stad in moeten gaan.

Visit Pasang Sherpa's town in Google Maps

Bezoek de stad van Pasang Sherpa op Google Maps

The town was destroyed during the war.

De stad werd tijdens de oorlog verwoest.

The town is always crawling with tourists.

- De stad krioelt altijd van toeristen.
- De stad zit altijd vol toeristen.

He will never visit the town again.

Hij gaat de stad nooit meer bezoeken.

His farm is remote from any town.

Zijn boerderij lig ver van een stad.

How many people live in your town?

Hoeveel mensen wonen in jouw stad?

There is a castle in my town.

Er is een kasteel in mijn stad.

I'm leaving town for a few days.

Ik vertrek voor een aantal dagen.

This is the cheapest store in town.

Dit is de goedkoopste winkel van de stad.

The town was deserted by its inhabitants.

- De stad was verlaten door haar inwoners.
- De stad was verlaten door z'n inwoners.
- De stad was door haar inwoners verlaten.

It's the best hotel in this town.

Het is het beste hotel in deze stad.

Nobody knows why he left the town.

Niemand weet waarom hij de stad verlaten heeft.

How long have you been in town?

Hoe lang ben je al in de stad?

I live in a town near Boston.

Ik woon in een stad in de buurt van Boston.

I located the town on a map.

Ik heb de stad op de kaart gevonden.

His son was lost in the town.

Zijn zoon was verdwaald in de stad.

I don't know anybody in this town.

Ik ken niemand in deze stad.

I want a town free of traffic.

Ik wil een verkeersloze stad.

I located the town on the map.

Ik heb de stad op de kaart gevonden.