Translation of "Aren't" in Dutch

0.016 sec.

Examples of using "Aren't" in a sentence and their dutch translations:

- Aren't you ready?
- Aren't you done?
- Aren't you finished?

Ben je nog niet klaar?

- Aren't you pleased?
- Aren't you satisfied?

Bent u niet blij?

- You are tired, aren't you?
- You're tired, aren't you?
- You're exhausted, aren't you?

Je bent moe, nietwaar?

- You're joking, aren't you?
- You're kidding, aren't you?

Je maakt een grapje, niet?

- You're Germans, aren't you?
- You're German, aren't you?

Jullie zijn Duitsers, toch?

They aren't poisons.

zijn ze niet giftig.

Aren't I good?

Ben ik niet goed?

Aren't you thirsty?

- Hebben jullie geen dorst?
- Heeft u geen dorst?

Aren't you happy?

Bent u niet gelukkig?

Aren't you Tom?

- Zijt gij Tom niet?
- Ben jij Tom niet?

Aren't you hungry?

- Heb je geen trek?
- Heb je geen honger?

We aren't foreigners.

Wij zijn geen vreemdelingen.

We aren't disappointed.

We zijn niet teleurgesteld.

Aren't you cold?

Heb je het niet koud?

Tips aren't included.

Het drinkgeld is niet inbegrepen.

Aren't you hot?

Heb je het niet warm?

Aren't you pleased?

- Bent u niet blij?
- Ben je niet blij?

Spiders aren't insects.

Spinnen zijn geen insecten.

Dolphins aren't fish.

Dolfijnen zijn geen vissen.

We aren't sleeping.

We zijn niet aan het slapen.

You aren't rich.

Je bent niet rijk.

Blondes aren't dumb.

Blondines zijn niet dom.

They aren't twins.

Ze zijn geen tweeling.

Aren't you nervous?

- Ben je niet zenuwachtig?
- Ben je niet nerveus?
- Bent u niet nerveus?
- Bent u niet zenuwachtig?
- Zijn jullie niet nerveus?
- Zijn jullie niet zenuwachtig?

These aren't fish.

Dit zijn geen vissen.

You aren't ready.

Jullie zijn niet klaar.

Aren't you tired?

- Ben je niet moe?
- Bent u niet moe?
- Zijn jullie niet moe?

Aren't you sleepy?

- Ben je niet moe?
- Bent u niet moe?

Aren't you worried?

- Maak je je geen zorgen?
- Maken jullie zich geen zorgen?
- Maakt u zich geen zorgen?
- Bent u niet bezorgd?

Aren't you brothers?

Zijn jullie geen broers?

These aren't mine.

Deze zijn niet van mij.

Aren't you convinced?

Ben je niet overtuigd?

Promises aren't enough.

Beloven is niet genoeg.

Aren't you going?

Ga je niet?

We aren't fools.

We zijn geen dwazen.

You aren't wrong.

Jullie hebben geen ongelijk.

- You are tired, aren't you?
- You're tired, aren't you?

- Je bent vast moe.
- Je bent moe, niet?
- Je bent moe, nietwaar?

- You are lost, aren't you?
- You're lost, aren't you?

- Je bent verloren gelopen, niet?
- U bent verloren gelopen, niet?
- Jullie zijn verloren gelopen, niet?

- Aren't you from Boston as well?
- Aren't you from Boston, too?
- Aren't you also from Boston?

Kom jij niet ook uit Boston?

- Are you not tired?
- Aren't you sleepy?
- Aren't you tired?

Ben je niet moe?

- You're not invited.
- You aren't invited.
- You guys aren't invited.

Jullie zijn niet uitgenodigd.

- Aren't you guys still together?
- Aren't you guys still dating?

Zijn jullie niet meer samen?

- You're not young.
- You aren't young.
- You guys aren't young.

- Jullie zijn niet jong.
- Jij bent niet jong.

Aren't I special somehow?

Ben ik niet speciaal?

But aren't using contraception.

maar gebruiken geen anticonceptie.

The phones aren't working.

De telefoons doen het niet.

Aren't these your glasses?

Is dit niet jouw bril?

I'm late, aren't I?

Ik ben te laat, of niet?

Aren't you in town?

Ben je in de stad?

There aren't any problems.

- Er zijn geen problemen.
- Er is niets aan de hand.

Why aren't you answering?

- Waarom geef je geen antwoord?
- Waarom antwoord je niet?
- Waarom antwoorden jullie niet?

Aren't those your parents?

Zijn dat niet jouw ouders?

You guys aren't helping.

Je helpt niet.

Aren't you guys sleepy?

Zijn jullie niet moe?

Why aren't you dancing?

- Waarom dans je niet?
- Waarom dansen jullie niet?

These aren't my keys.

Dit zijn niet mijn sleutels.

Aren't you guys coming?

Komen jullie niet?

You're sick, aren't you?

Je bent ziek, niet?

These things aren't mine!

- Het zijn mijn zaken niet!
- Het gaat mij niet aan!

You're Germans, aren't you?

Jullie zijn Duitsers, toch?

Well, aren't you coming?

Dus, kom je niet?

Tom's actions aren't predictable.

Toms handelingen zijn onvoorspelbaar.

You're students, aren't you?

Jullie zijn studenten, toch?

You're joking, aren't you?

Je maakt een grapje, niet?

These diamonds aren't real.

Deze diamanten zijn niet echt.