Examples of using "Ruin" in a sentence and their dutch translations:
Vernietig alles.
Drugs kunnen je leven verpesten.
De stad raakte in verval.
De toren was in verval.
Dat zou mijn huwelijk kapotmaken.
Wat doe... -Om alles te verpesten.
Dat zou mijn huwelijk kapotmaken.
Ik wilde het feest niet verpesten.
Mijn ex-vrouw wil mijn nieuwe relatie verpesten.
Zo kun je een goede scène verpesten.
- Ik vind dat examens het onderwijs verpesten.
- Ik vind dat examens de opvoeding verpesten.
Verpest mijn pret niet na alle moeite die ik gedaan heb.