Examples of using "Smokers" in a sentence and their dutch translations:
Wij zijn rokers.
- Rokers doen de lucht stinken.
- Rokers vervuilen de lucht.
In dit hotel zijn er enkel kamers voor niet-rokers.
Het rookverbod in restaurants is erg populair, zelfs bij rokers!
weten we nog steeds niet of deze apparaten rokers helpen om te stoppen