Translation of "Niks" in Portuguese

0.023 sec.

Examples of using "Niks" in a sentence and their portuguese translations:

Niks bijzonders.

Demais.

O nee, niks.

Oh não, nada.

Er gebeurt niks.

Não acontece nada.

Wij erven niks.

Não herdamos nada.

Ik kan niks horen.

- Eu não ouço nada.
- Não estou ouvindo nada.

Mijn broer heeft niks.

Meu irmão não tem nada.

Tom kon niks zien.

- Tom não podia ver mais nada.
- Tom não conseguia ver mais nada.

Ik heb niks gedaan.

Não fiz nada.

Tom heeft niks gevraagd.

- O Tom não pediu nada.
- O Tom não perguntou nada.
- O Tom não pedia nada.

- "Wat doe je?" "Niks."
- "Wat ben je aan het doen?" "Niks."

"O que você está fazendo?" "Nada."

Ik weet niks over aardappels.

- Eu não sei nada sobre batatas.
- Não sei nada sobre batatas.

Heb je hem niks gezegd?

Você não disse nada para ele?

Tom kon niks anders zeggen.

- Tom não podia dizer mais nada.
- Tom não conseguia dizer mais nada.

Ze hadden niks te eten.

Eles não têm nada pra comer.

Ik begrijp er niks van.

Não estou entendendo patavina.

Ik weet niks van haar.

Não sei nada sobra ela.

Heb je niks te doen?

Você não tem mais o que fazer?

Heb jij nog niks gedaan?

- Você ainda não fez nada?
- Não fizeste nada ainda?

Ik kan daar niks over zeggen.

Não posso dizer nada sobre isso.

Ik hoor niks door het lawaai.

Não estou ouvindo nada por causa do barulho.

Ik heb niks beters te doen.

Não tenho nada melhor para fazer.

- Ze vonden niks.
- Ze vonden niets.

Eles não acharam nada.

- Ik leer niets.
- Ik leer niks.

Não estou aprendendo nada.

- Niets gebeurd.
- Er is niks gebeurd.

- Não aconteceu nada.
- Nada aconteceu.

Ze heeft niks gemeen met hem.

Ela não tem nada em comum com ele.

- Er gebeurt niets.
- Er gebeurt niks.

- Não está acontecendo nada.
- Não acontece nada.
- Nada está acontecendo.

- Heb je alles?
- Heb je niks vergeten?

- Não esqueceu de nada?
- Você está com tudo?

- Ik zeg niks.
- Ik hou mijn mond.

Manterei a boca fechada.

- Ik weet niets.
- Ik weet van niks.

- Nada sei.
- Eu não sei nada.
- Eu não sei de nada.
- Não sei nada.
- Não sei de nada.

- Ik deed niets.
- Ik heb niks gedaan.

Eu não fiz nada.

- Ik zeg niks.
- Ik zal niets zeggen.

Não direi nada.

Doe het licht aan. Ik zie niks.

Acenda a luz. Eu não consigo ver nada.

Ik herinner me niks van het incident.

Não me lembro nada do incidente.

Hij kan niks zien zonder zijn bril.

Ele não enxerga nada sem os óculos.

Ik heb er niks mee te maken.

Eu não tenho nada a ver.

Er is niks om bang voor te zijn.

Não há o que temer.

We keken uit het raam, maar zagen niks.

Olhámos pela janela mas nada vimos.

Het kan me niks schelen wat hij zegt.

Não ligo para o que ele diz.

- Ik heb niets gedaan.
- Ik heb niks gedaan.

Não fiz nada.

Hoe dan ook, het gaat je niks aan.

Seja como for, não te interessa.

Vraag het niet aan Tom. Hij weet niks.

Não pergunte a Tom. Ele não sabe de nada.

Ik had niks te maken met die gebeurtenis.

Eu não tive nada a ver com esse incidente.

Ik weet dat het je niks kan schelen.

- Eu sei que você não se importa.
- Eu sei que vocês não se importam.

- Ik zie geen steek.
- Ik kan helemaal niks zien.

Não vejo nada.

Je vraagt heeft niks met het onderwerp te maken.

A sua pergunta não tem nada a ver com o tema.

Tom vindt het huis waarin hij woont maar niks.

Tom não gosta da casa em que mora.

''Mijn biologische vader betekent niks voor mij!'', zei hij.

"Meu pai biológico não significa nada para mim!", disse.

Hij had niks te zeggen, dus is hij maar gegaan.

Ele não tinha nada a dizer, então foi embora.

- Dat gaat je niks aan.
- Dat gaat je niets aan.

Isso não lhe diz respeito.

- Dit is nog niks.
- Dit is nog maar het begin.

- Você não viu nada ainda.
- Você ainda não viu nada.

- Tom weet er niks van.
- Tom weet er niets over.

Tom não sabe nada a respeito.

- Het maakt me helemaal niks uit.
- Het interesseert me helemaal niet.

Isso não me interessa nem um pouco.

- Hij kan niks zien zonder zijn bril.
- Hij ziet niets zonder bril.

Ele não enxerga nada sem os óculos.

Niks zo lekker als vloeistof van de cactus... ...uit een zweterige buff zuigen.

Nada como um cato-barril filtrado por um pano suado.

Doe ik ook eens een keer een goede daad... haalt het niks uit.

Uma vez na vida estou fazendo uma boa ação... e não serve para nada.

- Graag gedaan.
- Tot uw dienst.
- 't Is niks.
- Niets te danken!
- Geen dank.

- De nada.
- Não tem de quê.

- Ze hadden niks te eten.
- Ze hadden geen eten.
- Ze hadden niets te eten.

Eles não têm nada pra comer.

Er zijn drie uur voorbij, en er is niks dat 'm af heeft laten gaan.

Já passaram três horas e não foi acionada,

- Dat gaat je niks aan.
- Dat zijn jouw zaken niet.
- Dat gaat je niets aan.

Isto não te interessa.

Er zijn nu drie uur voorbij, en er is niks dat het af heeft laten gaan.

Já passaram três horas e não foi acionada,

- Er is niks om bang voor te zijn.
- Er is niets om bang voor te zijn.

Não há nada para se assustar.

- Er is niks om bang voor te zijn.
- Er is niets om schrik van te hebben.

Não há o que temer.

- Ik werk liever dan dat ik niks doe.
- Ik hou meer van werken dan van niksen.

- Eu prefiro trabalhar a não fazer nada.
- Eu acho melhor trabalhar do que ficar sem fazer nada.

- Ik kan nog steeds niet geloven dat je niks zei.
- Ik kan nog steeds niet geloven dat je niets zei.

Ainda não acredito que você não disse nada.

- Dat gaat je niks aan.
- Dat zijn jouw zaken niet.
- Dat gaat je niets aan.
- Dat gaat jullie niets aan.

- Não é da sua conta.
- Isso não te interessa.
- Isto não te interessa.
- Isto não é da sua conta!
- Isso não lhe diz respeito.

- Graag gedaan.
- Tot uw dienst.
- Alstublieft.
- 't Is niks.
- Geen probleem!
- Niets te danken!
- Alsjeblieft.
- Alsjeblief.
- Graag gedaan!
- Geen dank.

- De nada.
- De nada!

- Graag gedaan.
- Tot uw dienst.
- 't Is niks.
- Niets te danken!
- Alsjeblieft.
- Alsjeblief.
- Geen dank.
- Graag.
- Met plezier.
- Met genoegen.

Com prazer.

Abseilen brengt ons precies waar we moeten zijn. Het nadeel is dat er niks geschikt is om me aan vast te maken.

Fazer rapel é bom, íamos parar mesmo lá. Por outro lado, não há nada de jeito a que atar a corda.

- Bemoei je met je eigen zaken.
- Steek je neus niet in andermans zaken.
- Dat gaat je niks aan.
- Bemoei je niet met andermans zaken!

- Não meta o nariz em vaso alheio.
- Cuida de ti e nada mais.
- Cuide de você e nada mais.
- Cuide da sua vida.

- Er is niks om bang voor te zijn.
- Er is niets om schrik van te hebben.
- Er is niets om bang voor te zijn.

Não há o que temer.

- Dat gaat je niks aan.
- Dit heeft niets met u te maken.
- Dat gaat u niets aan.
- Dit heeft met jou niets te maken.
- Dat gaat je niets aan.
- Je hebt hiermee niets te doen.
- Dit heeft niets met jou te maken.
- Dit heeft niets met jullie te maken.

- Isso não tem nada a ver com você.
- Isso não te interessa.
- Isto não te interessa.
- Isso não tem a ver com você.
- Isso não é sobre você.