Translation of "Zien" in Portuguese

0.022 sec.

Examples of using "Zien" in a sentence and their portuguese translations:

- Laat me zien!
- Laat zien!

Me mostra.

- Kan je zien?
- Kunt u zien?
- Kunnen jullie zien?

Dá para ver?

- Laat zien!
- Laat het me zien.

- Mostre-me.
- Me mostre.
- Me mostra.

- Kun je me zien?
- Kunt u me zien?
- Kan je me zien?
- Kunnen jullie me zien?

- Você está me vendo?
- Tá me vendo?
- Você pode me ver?

- Kan je het zien?
- Kun je het zien?
- Kunt u het zien?
- Kunnen jullie het zien?

- Você consegue ver?
- Vocês conseguem ver?

- Kan je dat zien?
- Kunt u dat zien?
- Kunnen jullie dat zien?

Você pode ver isso?

- Kan hij ons zien?
- Kan zij ons zien?
- Kunt u ons zien?

- Ele consegue nos ver?
- Ela consegue nos ver?

- Leuk je te zien!
- Leuk om je te zien!
- Leuk u te zien!
- Leuk om u te zien!
- Leuk jullie te zien!
- Leuk om jullie te zien!

- Prazer em te ver!
- Prazer em ver vocês!

- Mag ik het zien?
- Mag ik hem zien?

Posso vê-lo?

- Kunt u dit zien?
- Kun je dit zien?

Você consegue ver isso?

Dat zien ontwikkelen...

Ver isso a desenvolver-se,

Laat jezelf zien.

- Mostre-se!
- Apareça.

Je zult zien.

Você verá.

Zij zien Dan.

Eles veem Dan.

We zullen zien.

Veremos.

Zien jullie dit?

Veem isto?

We zien wel.

A gente vê.

Laat eens zien.

Mostra.

- We zien wie lacht; wie huilt, dat zien we niet.
- We zien wie lacht; wie huilt, die zien we niet.

Nós podemos ver quem está rindo, mas não quem está chorando.

- Laat me dat eens zien.
- Laat me dat zien.

Deixe-me ver isso.

- Ik zou haar willen zien.
- Ik wil haar zien.

Quero vê-la.

- Ik ben blij je te zien.
- Blij u te zien.

- Espero te ver em breve.
- Que bom te ver.
- Alegro-me em vê-lo.

Mensen zien alleen wat ze bereid zijn om te zien.

As pessoas só veem aquilo que estão preparadas para ver.

- Laat zien.
- Laat me even kijken.
- Laat me eens zien.

- Deixe-me ver.
- Deixem-me ver.
- Deixa-me ver.

...die amper kan zien.

... que mal vê para se deslocar.

O! Laat eens zien.

Ah! Mostre para mim, por favor.

Waar zien we elkaar?

- Onde nos encontraremos?
- Onde nós nos encontraremos?

Henry wil je zien.

- Henry quer vê-lo.
- Henry quer te ver.

Laat me het zien.

- Deixe-me vê-la.
- Deixe-me vê-lo.

Laat je kaarten zien.

Mostre suas cartas.

Ik kan niet zien.

- Não consigo ver.
- Não posso ver.
- Eu não posso ver.
- Eu não consigo ver.

Ik wil het zien.

- Quero ver isso.
- Eu quero ver isso.

Kan u Tom zien?

- Você consegue ver o Tom?
- Vocês conseguem ver o Tom?

Kun je ze zien?

- Você consegue vê-los?
- Você consegue vê-las?
- Vocês conseguem vê-los?
- Vocês conseguem vê-las?
- Você pode vê-los?
- Você pode vê-las?

Kunnen jullie ze zien?

Vocês conseguem vê-los?

We willen Tom zien.

Queremos ver o Tom.

Wil je het zien?

Queres ver isso?

Ik wil je zien.

- Eu quero te ver.
- Desejo ver-te.
- Eu quero vê-la.
- Eu desejo vê-lo.
- Quero ver-vos.
- Eu desejo vos ver.
- Quero ver vocês.
- Eu desejo ver o senhor.
- Quero ver a senhora.
- Desejo ver os senhores.
- Eu quero ver as senhoras.

Eerst zien, dan geloven.

Ver é crer.

Blij u te zien.

Alegro-me em vê-lo.

Ik kan niets zien.

Não consigo ver nada.

Tom kon niks zien.

- Tom não podia ver mais nada.
- Tom não conseguia ver mais nada.

Laat het hem zien!

Mostre-o a ele.

Hij kan goed zien.

Ele tem uma boa vista.

Wilt u haar zien?

Você quer vê-la?

Laat dat eens zien.

Me deixa ver isso.

Ik wil ze zien.

Quero vê-las.

Wil je dit zien?

- Você quer olhar isto?
- Queres olhar isto?

- Mag ik uw rijbewijs zien?
- Laat me je rijbewijs zien, alsjeblieft.
- Laat me alstublieft je rijbewijs zien.

Por favor, mostre-me sua licença.

Als ik 'm kon zien, kon ik zien hoe hij bewoog...

Se pudesse ver o Sol, saberia em que sentido se move,

- Ik zou haar graag willen zien.
- Ik zou haar willen zien.

Eu gostaria de vê-la.

- Ik kon het nauwelijks zien.
- Ik kon het met moeite zien.

Mal pude vê-lo.

- Ik kan je nu niet zien.
- Ik kan u nu niet zien.
- Ik kan jullie nu niet zien.

- Eu não posso te ver agora.
- Não posso te ver agora.

- Ik ben blij je te zien.
- Blij u te zien.
- Het is goed je te zien.
- Het is goed u te zien.
- Leuk je te ontmoeten.

Que bom te ver.

- Laat me alsjeblieft het litteken zien.
- Laat me alstublieft het litteken zien.

- Por favor, mostre-me a cicatriz.
- Por favor, me mostre a cicatriz.

- Ik wil je nooit meer zien.
- Ik wil je niet meer zien.

Não te quero ver nunca mais.

- Laat me je rijbewijs zien, alsjeblieft.
- Laat me alstublieft je rijbewijs zien.

Mostre-me sua carteira de habilitação, por favor.

- Ik heb je nooit zien lachen.
- Ik heb u nooit zien lachen.

Eu nunca vi você rir.

- Ik wou graag jullie postzegelverzameling zien.
- Ik wou graag uw postzegelverzameling zien.

Eu gostaria de dar uma olhada na sua coleção de selos.

- Kan ik u komende maandag zien?
- Kan ik je komende maandag zien?

Poderei ver você na próxima segunda-feira?

Als we cannabis leren zien

Se a gente começar a ver a maconha

Best gaaf om te zien.

Muito fixe.

De olifanten kunnen amper zien.

Os elefantes mal conseguem ver.

Laat me dat eens zien.

Deixe-me ver isso.

Een student wil je zien.

Um estudante quer te ver.

Hebt ge hem zien buitengaan?

- Você o viu sair?
- Vocês o viram sair?
- Tu o viste sair?

Ik hoop ze te zien.

Espero vê-las.

Ik wil ze weer zien.

- Eu quero vê-los de novo.
- Eu quero vê-las de novo.

Ik kan niet goed zien.

- Eu não consigo ver bem.
- Não consigo ver bem.

Ik hoop jullie te zien.

- Espero vê-los.
- Espero vê-las.

Ik hoop haar te zien.

Espero vê-la.

Ik wilde je vanavond zien.

Eu queria te ver hoje à noite.

Ik moet wel dingen zien.

Eu devo estar vendo coisas.

Laat me je schetsen zien.

Mostre-me seus esboços.

Ik heb hem zien rennen.

Eu o vi correndo.

Ik wil de film zien.

Quero ver o filme.

Tom mocht het niet zien.

Não permitiram ao Tom ver isso.

Je zult het verschil zien.

- Você vai ver a diferença.
- Vocês vão ver a diferença.

Ik zal hem morgen zien.

- Vê-lo-ei amanhã.
- Devo vê-lo amanhã
- Eu o verei amanhã.

Kan ik het menu zien?

Posso ver o menu?

We zien elkaar hier morgen.

Nós nos reencontraremos aqui amanhã.