Translation of "Praatte" in Italian

Hij praatte.

Stava parlando.

Waarom praatte je niet?

- Perché non hai parlato?
- Perché non ha parlato?
- Perché non avete parlato?

Tom praatte een minuutje met Mary.

- Tom ha parlato con Mary per un minuto.
- Tom parlò con Mary per un minuto.

Hij praatte soms met de soldaten.

Qualche volta dovrebbe parlare con i soldati

- Wie heeft er gepraat?
- Wie praatte er?

Chi ha parlato?

Ik praatte met andere mensen over mijn idee,

Poi ho cominciato a spiegare ad altri la mia idea,

Hij praatte met een pijp in zijn mond.

- Parlava con una pipa in bocca.
- Lui parlava con una pipa in bocca.

- Hij sprak in zichzelf.
- Hij praatte tegen zichzelf.

- Parlava da solo.
- Lui parlava da solo.

- Ik praatte net met haar.
- Ik was alleen maar met haar aan het praten.

Stavo solo parlando con lei.