Translation of "Wijs" in Hungarian

0.007 sec.

Examples of using "Wijs" in a sentence and their hungarian translations:

- Jij bent wijs.
- Je bent wijs.
- U bent wijs.
- Jullie zijn wijs.

Bölcs vagy.

Tom is wijs.

Tom bölcs.

Hij heeft wijs gehandeld.

Bölcsen járt el.

- Ga voorop.
- Wijs de weg.

- Mutasd az utat!
- Vezess!
- Menj előre!

Het was een wijs besluit.

Bölcs döntés volt.

Geluk maakt trots, ongeluk maakt wijs.

A boldogság elbizakodottá, a baj bölccsé tesz.

Zijn zoon is erg jong maar wijs.

Szemtelenül fiatal a fia és okos.

- Ben je gek?
- Ben je niet goed wijs?

- Megbolondultál?
- Bolondgombát ettél?

Maar ik mocht me niet van de wijs laten brengen.

De nem hagytam, hogy ez kizökkentsen.

We maken onszelf wijs dat we iets negatiefs moeten verdragen.

Ráfogjuk: "Ez is csak egy rossz dolog az életben, ki kell bírni."

- Dat is een wijs besluit.
- Dat is een verstandig besluit.

Ez egy bölcs döntés.

Het is waar dat ze jong is, maar ze is wijs.

Az igaz, hogy fiatal, de bölcs.

- Ben je niet goed wijs?
- Ben je helemaal gek geworden?
- Ben je nou helemaal bedonderd?
- Ben je je verstand kwijt?

Elment az eszed?

- Ben je gek?
- Ben je niet goed wijs?
- Ben je gek geworden?
- Zijn jullie gek geworden?
- Bent u gek geworden?

Megőrültél?!