Translation of "Tante" in German

0.013 sec.

Examples of using "Tante" in a sentence and their german translations:

Wat doet je tante?

Was macht deine Tante?

Tante, dit is Tom.

Tante, das ist Tom.

- Mijn tante stuurde me een verjaardagscadeau.
- Mijn tante stuurde me een verjaardagscadeautje.

Meine Tante hat mir ein Geburtstagsgeschenk geschickt.

Mijn tante had drie kinderen.

Meine Tante hatte drei Kinder.

Tante Wang, ik ben het.

Tante Wang, ich bin's.

Hij bleef bij zijn tante.

Er blieb bei seiner Tante.

Mijn tante heeft drie kinderen.

Meine Tante hat drei Kinder.

Mijn tante is al hier.

- Meine Tante ist bereits hier.
- Meine Tante ist schon hier.

Of zou ik een tante zijn?

Oder sollte ich eine Tante sein,

Mijn tante woont in New York.

Meine Tante lebt in New York.

Mijn tante heeft mij bloemen gebracht.

Meine Tante hat mir Blumen gebracht.

Mijn tante ziet er jong uit.

Meine Tante sieht jung aus.

Vader noemde me naar zijn tante.

Vater gab mir den Namen nach seiner Tante.

Ze heeft gisteren haar tante bezocht.

Sie hat gestern ihre Tante besucht.

Ze werd Elizabeth genoemd, naar haar tante.

Zu Ehren ihrer Tante erhielt sie den Vornamen Elisabeth.

Mijn tante is ouder dan mijn moeder.

Meine Tante ist älter als meine Mutter.

Mijn tante heeft mij een verjaardagsgeschenk gestuurd.

Meine Tante hat mir ein Geburtstagsgeschenk geschickt.

Ik weet niet waar mijn tante woont.

Ich weiß nicht, wo meine Tante wohnt.

- Mijn oom is mager, maar mijn tante is dik.
- Mijn oom is slank maar mijn tante is dik.

Mein Onkel ist schlank, aber meine Tante ist dick.

Ik ga bij mijn tante op Hawaï logeren.

Ich bin dabei mit meiner Tante in Hawaii zu wohnen.

Tante Joko is te zwak om te werken.

- Tante Yoko ist zu schwach zum Arbeiten.
- Tante Yoko ist zu schwach, um zu arbeiten.

De volgende zondag gaan we onze tante bezoeken.

Nächsten Sonntag gehen wir unsere Tante besuchen.

Ik heb de zomervakantie bij mijn tante doorgebracht.

Ich habe die Sommerferien bei meiner Tante verbracht.

Mijn tante is de zus van mijn vader.

Meine Tante ist die Schwester meines Vaters.

Deze pop is een geschenk van mijn tante.

- Diese Puppe ist ein Geschenk meiner Tante.
- Diese Puppe ist ein Geschenk von meiner Tante.

Ik heb een tante die in Osaka woont.

Ich habe eine Tante, die in Osaka lebt.

Mijn tante gaf me een boek voor Kerstmis.

Meine Tante schenkte mir zu Weihnachten ein Buch.

Alles in dat huis draaide om tante Marie.

Alles in diesem Haus dreht sich um Tante Maria.

Hij bleef in het huis van zijn tante.

Er blieb bei seiner Tante.

Tom gaat vaak bij zijn tante op bezoek.

Tom besucht seine Tante oft.

De bejaarde tante van mijn man werd levend verbrand

Die alte Tante meines Mannes wurde lebendig verbrannt,

Mijn oom is mager, maar mijn tante is dik.

Mein Onkel ist schlank, aber meine Tante ist dick.

Mijn oom is slank maar mijn tante is dik.

Mein Onkel ist schlank, aber meine Tante ist dick.

Maria toont haar tante en oom de oude stad.

Maria zeigt ihrer Tante und ihrem Onkel die Altstadt.

Mijn tante woont in een eenzaam huis op de buiten.

Meine Tante wohnt in einem einsamen Haus auf dem Lande.

Mijn vriendin Judy is met haar tante Greta in Nederland.

Meine Freundin Judy ist mit ihrer Tante Greta in Holland.

De vrouw waarvan ik dacht dat het zijn tante was, was een vreemde.

Die Frau, die er für seine Tante hielt, war eine Fremde.