Translation of "Drie" in German

We waren negen gijzelaars. Drie, drie en drie. Drie groepen.

Wir waren neun Geiseln. Drei Gruppen zu je drei Personen.

- Drie maal drie is negen.
- Drie vermenigvuldigd met drie is negen.

- Drei mal drei ist neun.
- Drei mal drei ist gleich neun.
- Dreimal drei sind neun.

Drie maal drie is negen.

Drei mal drei ist neun.

Nummer drie:

Drittens:

Bijna drie.

Fast drei.

- Je hebt drie katten.
- U heeft drie katten.
- Jullie hebben drie katten.

- Ihr habt drei Katzen.
- Du hast drei Katzen.
- Sie haben drei Katzen.

- U heeft drie problemen.
- Jullie hebben drie problemen.
- Je hebt drie problemen.

- Du hast drei Probleme.
- Ihr habt drei Probleme.
- Sie haben drei Probleme.

- We hebben drie kinderen.
- Wij hebben drie kinderen.

Wir haben drei Kinder.

Eén, twee, drie.

Eins... zwei... drei.

Drie ijsjes, alstublieft.

Drei Eis, bitte.

- Het is bijna drie uur.
- Het is bijna drie.

Es ist fast drei.

- Ik wachtte drie uur.
- Ik heb drie uur gewacht.

Ich habe drei Stunden gewartet.

- Geef ons drie minuten.
- Geeft u ons drie minuten.

- Gib uns drei Minuten.
- Geben Sie uns drei Minuten.
- Gebt uns drei Minuten.

- Tom ving drie vissen.
- Tom heeft drie vissen gevangen.

- Tom fing drei Fische.
- Tom hat drei Fische gefangen.

- Hij ving drie vissen.
- Hij heeft drie vissen gevangen.

- Er hat drei Fische gefangen.
- Er fing drei Fische.

- Ik ving drie vissen
- Ik heb drie vissen gevangen.

Ich habe drei Fische gefangen.

- Meneer Suzuki heeft drie dochters.
- Mijnheer Suzuki heeft drie dochters.

Herr Suzuki hat drei Töchter.

- Vier keer drie is twaalf.
- Vier maal drie is twaalf.

Vier mal drei ist gleich zwölf.

- Tom heeft nog drie honden.
- Tom heeft drie andere honden.

Tom hat drei weitere Hunde.

- Ik heb drie broers en zussen.
- Ik heb drie broers.

- Ich habe drei Geschwister.
- Ich habe drei Brüder.

- Kerstmis is over drie weken.
- Kerst is over drie weken.

Nur noch drei Wochen bis Weihnachten.

Ik heb drie neven.

Ich habe drei Cousins.

Geef mij drie krijtjes.

Geben Sie mir drei Stück Kreide.

Jij hebt drie auto's.

Du hast drei Autos.

Ober, drie koffies, alstublieft.

Herr Ober, bitte drei Kaffee!

Hij had drie zoons.

Er hatte drei Söhne.

Hij heeft drie kinderen.

Er hat drei Kinder.

Ik heb drie honden.

Ich habe drei Hunde.

Ik heb drie camera's.

Ich habe drei Kameras.

Drie weken gingen voorbij.

- Es vergingen drei Wochen.
- Drei Wochen vergingen.

Kies willekeurig drie boeken.

Wählt willkürlich drei Bücher aus.

We hebben drie minuten.

Wir haben drei Minuten.

We hebben drie uur.

Wir haben drei Stunden.

We hebben drie honden.

Wir haben drei Hunde.

We hebben drie vliegtuigen.

Wir haben drei Flugzeuge.

Ik heb drie kinderen.

Ich habe drei Kinder.

Wij hebben drie kinderen.

Wir haben drei Kinder.

Hij heeft drie dochters.

Er hat drei Töchter.

Hij heeft drie zonen.

- Er hat drei Söhne.
- Er hat drei Fäden.
- Er hat drei Kinder.

Zij heeft drie broers.

Sie hat drei Brüder.

Wortels kosten drie dollar.

Die Karotten kosten drei Dollar.

Hij heeft drie broers.

Er hat drei Brüder.

Ik heb drie katten.

Ich habe drei Katzen.

Ik heb drie zussen.

Ich habe drei Schwestern.

Ik heb drie zoons.

Ich habe drei Söhne.

Ik spreek drie talen.

Ich spreche drei Sprachen.

Tom heeft drie zussen.

Tom hat drei Schwestern.

Kamelen hebben drie oogleden.

Kamele haben drei Augenlider.

Er waren drie overlevenden.

Es gab drei Überlebende.

U heeft drie katten.

Sie haben drei Katzen.

Wij hebben drie dochters.

Wir haben drei Töchter.

Ik heb drie dochters.

Ich habe drei Töchter.

Ik heb drie broers.

Ich habe drei Brüder.

We hebben drie weken.

Wir haben drei Wochen.

Het is drie uur.

Es ist drei Uhr.

Ik heb drie kippen.

Ich habe drei Hühner.

Drie van zulke, alstublieft.

- Ich möchte drei von diesen.
- Ich hätte gern drei von denen da.

Je hebt drie seconden.

Du hast drei Sekunden.