Translation of "Dineren" in German

Zij dineren.

Sie speisen.

We dineren.

Wir sind beim Abendessen.

- Laten we gaan dineren.
- Laten we dineren.

- Lass uns zu Abend essen.
- Lasst uns zu Abend essen.

Laten we dineren!

Lasst uns zu Abend essen.

- Kan je vanavond komen dineren?
- Kunt u vanavond komen dineren?

- Kannst du heute zum Abendessen kommen?
- Könnt ihr heute zum Abendessen kommen?

Hier is waar ze meestal dineren.

Hier essen sie gewöhnlich zu Abend.

Tom en Mary dineren vaak samen.

Tom und Maria essen oft gemeinsam zu Abend.

Ik was met Tom aan het dineren.

Ich habe gerade mit Tom zusammen gegessen.

- Ik ben aan het dineren.
- Ik ga uit eten.
- Ik dineer.

Ich esse Abendbrot.