Translation of "Persoon" in English

0.029 sec.

Examples of using "Persoon" in a sentence and their english translations:

- Wie is deze persoon?
- Wie is die persoon?

- Who is that person?
- Who is this person?
- Who's that person?

- Gij zijt een persoon.
- Jij bent een persoon.

You're a person.

Kies één persoon.

Choose one person.

Een persoon kan een ander persoon nooit helemaal begrijpen.

A person cannot understand another person completely.

- Je hebt de verkeerde persoon.
- Jullie hebben de verkeerde persoon.

You've got the wrong person.

- Tom is een fatsoenlijk persoon.
- Tom is een deftig persoon.

Tom is a decent person.

De volgende persoon a.u.b.

Next person, please.

Ik ben een persoon.

- I am a man.
- I'm a person.
- I am a human being.
- I'm a human being.

Die persoon is overleden.

That person died.

Kies één persoon a.u.b.

Please choose one person.

Ieder persoon is bijzonder.

- Every person is special.
- Everyone is special.

Zo'n persoon bestaat niet.

No such person exists.

Wie is die persoon?

Who is that person?

Wie is deze persoon?

- Who is that person?
- Who is this person?

Iedere persoon is uniek.

- Every person is unique.
- Every human being is unique.
- Each human being is unique.

Ieder persoon is verschillend.

Every person is different.

- Gij zijt een persoon.
- Jij bent een persoon.
- Je bent iemand.

You're a person.

Hij is een betrouwbaar persoon.

He's a man we can trust.

Bob is een aardig persoon.

Bob is a nice person.

Lincoln is een geweldig persoon.

Lincoln is a great person.

Zij is een stil persoon.

- She is quiet.
- She's a quiet person.

Hij is een vriendelijk persoon.

He is a friendly person.

Hij is een liefdevol persoon.

He is a lovable person.

Hij is een vreemd persoon.

- He's a strange character.
- He is a strange person.
- He's a strange person.
- He is a strange man.

Hij is een onbeleefd persoon.

He is a rude person.

Zij is een vriendelijk persoon.

She's a kind person.

Zij is een egoïstisch persoon.

She is a selfish person.

Hij is een wreed persoon.

He is a cruel person.

Tom is een vriendelijk persoon.

Tom is a friendly person.

Tom is een verdorven persoon.

Tom is depraved.

Hij is een belangrijk persoon.

He is a person of importance.

Je hebt de verkeerde persoon.

You've got the wrong person.

Die persoon lijkt op mij.

That person is like me.

De persoon droeg de piano.

The person carried the piano.

Luna is een betrouwbaar persoon.

Luna is a reliable person.

Hij is een egocentrisch persoon.

He is a self-oriented person.

Zij is een serieus persoon.

She is a serious person.

Dat is een écht persoon.

That's a real person.

Jij bent een gemeen persoon.

You are a mean person.

Deze persoon woont hier niet.

This person doesn't live here.

Hij is een buitengewoon persoon.

- He is an extraordinary person.
- He's an extraordinary person.

Tom is een geweldig persoon.

- Tom is an amazing person.
- Tom is an amazing man.

Die persoon is niet betrouwbaar.

That person is not trustworthy.

Zij is een openhartig persoon.

She's an outspoken person.

Tom is een afhankelijk persoon.

Tom is a dependable person.

Hij is een aardig persoon.

He is a nice person.

Paolo is een vriendelijk persoon.

Paolo is a nice person.

Hij is een actief persoon.

He is an active person.

Tom is een onbeleefd persoon.

Tom is a rude person.

Ik ben geen hardwerkend persoon.

I'm not a hard working person.

Wie is die gekke persoon?

Who is that crazy person?

Tom is een arrogante persoon.

Tom is an arrogant person.

Mennad is een vreselijk persoon.

Mennad is a horrible person.