Translation of "Die" in English

Die'.

Die’, in the video description.

Die dingen komen die spleet in.

These things are coming right into that crack.

- Die waterpijp lekt.
- Die waterleiding lekt.

That water pipe leaks.

Die kikkereieren.

Those frog eggs.

Die daar!

That one!

- Doe die deur dicht!
- Sluit die deur!
- Doe die deur dicht.

- Close that door.
- Close that door!

- Ik ken niemand die aan die beschrijving voldoet.
- Ik ken niemand die met die beschrijving overeenkomt.

I don't know anyone who meets that description.

die ene industrie die onze planeet verwoest.

the one industry that is destroying our planet.

Van die vrede die van binnen komt.

this inner peace coming from within.

Al die tijd daar in die ziekenhuiskamer.

I'd spent in a hospital room.

die geweldige vrouw die we allemaal bewonderen.

that great woman that we all admire.

Meneer die-en-die heeft vandaag gebeld.

Mr. So-and-so called today.

Wie is die man die daar staat?

Who's that man standing over there?

Wie is die vrouw die daar staat?

Who's that woman standing over there?

- Doe die deur dicht!
- Sluit die deur!

Close that door!

- Ken je die man?
- Kent u die man?
- Kennen jullie die man?

Do you know that man?

- Heb je die fles?
- Heeft u die fles?
- Hebben jullie die fles?

Do you have that bottle?

die bestaat uit elektroden die emotionele reacties meten,

which are those electrode devices used to measure emotional responses,

...de onorthodoxen die niet... Die hun hersenen gebruikten...

...the unorthodox ones who did not... Who used their heads,

Die het eerst komt, die het eerst maalt.

- First come, first served.
- First come, first serve.

- Die vind ik leuker.
- Die vind ik beter.

I like that one better.

- Die kerel ergert mij.
- Die vent ergert mij.

That guy annoys me.

- Wie is die kerel?
- Wie is die vent?

- Who's that guy?
- Who is that guy?

- Hoe is die leraar?
- Hoe is die lerares?

How is this teacher?

- Geef mij die maar.
- Ik neem die wel.

I'll take those.

Degene die rijdt is degene die niet drinkt.

The one who drives is the one who doesn't drink.

- Is die kerel cool?
- Is die kerel oké?

- Is that guy cool?
- Is that guy alright?
- Is that guy OK?

Die heten brandhaartjes.

They're called "urticating" hairs.

die voedzamer zijn.

which are more nutritious as fish.

die spectaculaire achtergrond ...

that spectacular backdrop ...

...tegen die bendes...

especially against those gangs,

Die bliksemsnelle aanvallen.

These lightning-fast strikes.

Steken die insecten?

Do those insects sting?

Lucht die schoenen!

Air those shoes!

Leeft die slang?

Is the snake alive?

Volg die auto.

- Follow that car.
- Follow that car!

Die hond stinkt!

That dog stinks!

Leer die zinnen.

Learn those sentences.

Die zijn mooi.

Those are nice.

Die schakelaar daar.

That counter there.

Die zijn gratis.

Those are free.

Die situatie verandert.

That situation is changing.

Kook die aardappelen.

Boil those potatoes.

Werkt die klok?

Is that clock working?

die ontdekt zijn.

that have been discovered.

Die planeet implodeerde.

- That planet has imploded.
- That planet imploded.

Die hond sprong.

That dog jumped.

Die waterleiding lekt.

That water pipe leaks.

Die jongen rent.

That boy is running.

Die emmer lekt.

This bucket leaks.

Tranen die stromen zijn bitter, maar nog meer bitter zijn die die niet stromen.

The tears that flow are bitter but still more bitter are those that do not flow.

Die is voor mensen die bekend zijn met verliezen.

It is something for people who have learned how to lose in life.

- Haal die doos weg!
- Neem die doos hier vandaan!

Take that box away!

Ik was het niet die die tekst vertaald heeft.

It wasn't me who translated this text.

Die man die een uur geleden belde, was Frank.

The man who rang an hour ago was Frank.

- Ik heb die auto gekocht.
- Ik kocht die auto.

I bought that car.

Die van mij is groter dan die van Tom

Mine is bigger than Tom's.

- Die jongen rent.
- Die jongen is aan het rennen.

That boy is running.

Wie is die man die voor het gebouw staat?

Who is the man standing in front of the building?

- Wie is die dikke man?
- Wie is die dikzak?

Who's that fat man?

Heeft die dokter je van die puistjes kunnen afhelpen?

Was that doctor able to rid you of those pimples?

- Die vent is helemaal gestoord!
- Die kerel is knettergek!
- Die gozer is compleet geschift!
- Die vent is helemaal kierewiet!
- Die kerel is compleet getikt!
- Er zit een schroefje los bij die vent!

That guy is off his rocker!

- Die vent is helemaal gestoord!
- Die kerel is knettergek!
- Die gozer is compleet geschift!
- Die vent is helemaal kierewiet!
- Die kerel is compleet getikt!
- Er zit een schroefje los bij die vent!
- Die gast is niet goed bij zijn hoofd!
- Die vent ziet ze vliegen!

- That guy is completely nuts!
- That guy is totally nuts!
- That guy is off his rocker!

- Tom draagt die handschoenen die je hem voor Kerstmis hebt gegeven.
- Tom draagt die handschoenen die u hem voor Kerstmis hebt gegeven.
- Tom draagt die handschoenen die jullie hem voor Kerstmis hebben gegeven.

- Tom is wearing those gloves you gave him for Christmas.
- Tom is wearing those gloves that you gave him for Christmas.

En iemand die dit deed en iemand die dat deed.

you know, this person, and that person."

die geserveerd werd in kopjes die mijn ouders ook hebben.

which was served from a coffee set identical to the one my parents used.

Je hebt al die verschillende roofdieren die op haar jagen.

'Cause you've got all these different types of predators, all hunting her.

- Hou op met die onzin!
- Schei uit met die onzin!

- Cut the crap!
- Cut the bullshit!

En wie is die gast die naast de piano staat?

And who is this guest standing next to the piano?

- Niet op die knop drukken.
- Druk niet op die knop.

- Do not push that button.
- Don't push that button.

- Die jongen is erg slim.
- Die jongen is erg intelligent.

- He is a most clever boy.
- That boy is very smart.

- Die kerel spreekt met twee monden.
- Die kerel is dubbelhartig.

That guy is two-faced.

- Al die moeite was tevergeefs.
- Al die inspanningen waren tevergeefs.

All those efforts came to nothing.

- Mag ik die sinaasappel eten?
- Mag ik die appelsien opeten?

Can I eat this orange?

- Die dingen zijn niet van belang.
- Die dingen zijn irrelevant.

Those things are irrelevant.

- Ze ging in die richting.
- Ze ging die kant op.

She went that way.