Examples of using "نعمل" in a sentence and their dutch translations:
Wij werken in een fabriek.
We moeten samenwerken,
We werken voor vrede.
We zijn actief in Haïti en de Filippijnen.
Om de klimaatverandering aan te kunnen, moeten we samenwerken.
Wij beslissen om een bocht te maken.
Niemand weet dat wij hieraan werkten
Vier of vijf dagen later werkten we op straat.