Examples of using "Profesör" in a sentence and their dutch translations:
Het zijn professoren.
De leraar grijnsde.
Ze is een professor.
De professor wees zijn ideeën af.
Professor Hudson is een vriend van mijn vader.
- Mijn broer is professor.
- Mijn broer is een professor.
Nu was professor Pangloss wel een pessimist.
De professor hield een college over het Midden-Oosten.
en als universiteitsdocent, dacht ik een hoogtepunt te bereiken --
Professor Jones zal komend jaar met pensioen gaan.
De leraar behandelde haar als een van zijn leerlingen.
Professor Tom Shippey is een expert in Vikinggeschiedenis en middeleeuwse literatuur.