Examples of using "Verdi" in a sentence and their dutch translations:
- Ze heeft mij laten gaan.
- Zij liet me gaan.
- Ze gaf geld.
- Zij gaf geld.
- Ze heeft geld gegeven.
- Zij heeft geld gegeven.
Tom nam een beslissing.
Hij liet me gaan.
Ze liet haar gaan.
Tom antwoordde.
Iemand antwoordde.
- Ze hebben gestemd.
- Zij stemden.
Hij heeft me zijn woord gegeven.
Hij gaf zijn ouders antwoord.
Hij heeft zijn kleren beschadigd.
Hij is gestopt met drinken.
Zij gaf het woordenboek terug.
- Tom heeft het beloofd.
- Tom beloofde.
- Wie reageerde?
- Wie heeft gereageerd?
- Tom stemde.
- Tom heeft gestemd.
Hij gaf zijn paard water.
Ze gaf een been aan de hond.
Hij gaf zijn leven voor zijn land.
Ze besliste ontslag te nemen.
Layla besloot om de hijaab te dragen.
De soldaat gaf me water.
Ze brengt me het nieuws.
Alain nam een beslissing.
Hij gaf me een horloge.
Ze gaven het aan mij.
- Hij heeft verkeerd geantwoord.
- Hij antwoordde verkeerd.
- Hij gaf een verkeerd antwoord.
- Hij heeft een verkeerd antwoord gegeven.
Hij trof vlug een beslissing.
Wie heeft jou ingehuurd?
Hij gaf zijn ouders antwoord.
Wie heeft jullie dit gegeven?
Hij gaf de kat wat melk.
Hij gaf de kat wat melk.
Tom heeft meteen geantwoord.
Hij zei de vrouw hallo.
- Ze gaf hem een klok.
- Ze gaf hem een horloge.
- Zij gaf hem een uurwerk.
- Hij besliste te stoppen met roken.
- Hij besloot te stoppen met roken.
Zij gaf Tom een appel.
Tom gaf Maria de sleutels.
Tom gaf Maria zijn nier.
Tom gaf me zijn sleutel.
- Hij besloot eindelijk te trouwen.
- Hij heeft besloten eindelijk te trouwen.
Wat heeft Tom aan Maria gegeven?
- Hij heeft velen geld gegeven.
- Hij gaf geld aan veel mensen.
- Hij heeft veel mensen geld gegeven.
- Heeft Tom gereageerd?
- Heeft Tom geantwoord?
Tom heeft teruggevochten.
Wie heeft dit aan ons gegeven?
Wie gaf het aan ons?
De dokter gaf haar morfine.
- Zij heeft mij een shirt gegeven.
- Ze heeft me een hemd gegeven.
- Ze heeft me een overhemd gegeven.
Tom verloor 30 kilogram.
Zij gaf maar een aalmoes aan de Hartstichting.
Ze gaf hem een boek.
Ze gaf hem zijn jas.
Ze gaf hem het geld.
Ze huurde hem in.
Ze besloot met Tom te trouwen.
Hij heeft het me beloofd.
Tom nam de verkeerde beslissing.
Tom heeft besloten om te komen.
Tom heeft me pijn gedaan.
Tom bestelde koffie.
Sami gaf zakaat aan Fadil.
Mijn oom gaf hem een geschenk.
Hij besloot het plan verder uit te voeren.
Ze gaf me een potlood.
Sami besloot zich tot de islam te bekeren.
Hij beloofde dat tegen niemand te zeggen.
Hij besloot naar het buitenland te gaan.
Hij besliste leraar te worden.
Mijn oom gaf me dit horloge.
- Hij heeft voor zichzelf beslist dat hij daar alleen heen zou gaan.
- Hij heeft beslist om daar alleen heen te gaan.
- Hij besloot om daar alleen heen te gaan.
- Hij heeft voor zichzelf beslist dat hij daar alleen naartoe zou gaan.
- Hij heeft beslist om daar alleen naartoe te gaan.
Tom gaf me een pen.
De oorlog brak in 1941 uit.
- Zij gaf hen een paar appels.
- Zij gaf hen een paar appelen.
Hij antwoordde op een onbeschofte manier.
Hij gaf me een vaag antwoord.
Hij besloot het plan verder uit te voeren.
Hij gaf haar een pop.
De vorst heeft veel schade aan de gewassen gedaan.
Hij gaf me een cadeau.
Zij gaf ons een geschenk.
- Hij gaf de hond een bot.
- Hij gaf een bot aan de hond.
Hij overhandigde mij de brief, en ging weg.