Translation of "Temor" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Temor" in a sentence and their dutch translations:

temor y el contenido emocional del temor.

angst en de emotionele inhoud van angst.

Con temor y ansiedad.

met schroom en angst.

Su temor disminuyó enormemente.

...die angst grotendeels verdwenen was.

Temor permanente, paz permanente.

Blijvende vrees, blijvende vrede.

El valor es el temor andante.

moed is door je angst heen gaan.

Ese muchacho no mostró ningún temor.

Die jongen toonde geen angst.

O será, ¿el temor a lo desconocido?

Of is het de angst voor het onbekende?

Me enfrento a Tom sin ningún temor.

Ik ben niet bang van Tom.

Si vives en temor, vives solo la mitad.

Als je leeft in angst, leef je maar voor de helft.

Ella trató en vano de ocultar su temor.

Ze probeerde haar angst tevergeefs te verbergen.

Mis sentimientos de confusión fueron rápidamente reemplazados por temor

Dat gevoel van verwarring maakte al snel plaats voor angst

Limpió las fuentes, para que el agua fuese clara y pura; sacó el estiércol del jardín por temor a que el olor fuera ofensivo; y arregló su huerto para que apareciese en toda su belleza.

Hij maakte de waterput schoon, zodat het water helder en zuiver was; hij verwijderde de mest uit de tuin uit angst voor de stank; en hij richtte zijn hof zo in dat het in al zijn schoonheid verscheen.