Examples of using "Muchacho" in a sentence and their dutch translations:
- De jongen liep weg.
- De jongen ontsnapte.
Niet zo vlug, jonge vriend.
- De jongen draagt een bril.
- Het jongetje draagt een bril.
Wie is die jonge man?
Ik was nog maar een jongetje.
De jongen is heel eerlijk.
Hij is een heel slimme jongen.
Het is een zeer beloftevolle jongeman.
Ik ken die jongen daar.
- De jongen liep weg.
- De jongen rende weg.
Die jongen toonde geen angst.
Ik weet niet wie die jongen is.
Hij is van nature een aardige kerel.
Tom is een erg slimme jongen.
Hij is geen jongen meer.
De jongen liep weg zonder om te kijken.
Dat is het jongetje, dat ik gisteren heb gezien.
De jongen viel van het bed.
De jongen die de auto aan het wassen is, is mijn broer.
Je bent een goede jongen.
- De jongen draagt een bril.
- Het jongetje draagt een bril.
De jongen reed voor het eerst op een paard.
Dit is de jongen die je horloge heeft gevonden.
Dit is de jongen.
De dokter boog zich over de zieke jongen.
- Dit is de jongen.
- Het is een jongen.
Dit is het raam dat kapotgemaakt werd door de jongen.
Wie is die jongen?
- Waar heb je de jongen gezien?
- Waar hebben jullie de jongen gezien?
- Waar heeft u de jongen gezien?
De leerkracht liet de jongen naar huis gaan.
"Om met insecten te spelen ben ik te oud" zei de jongen.
Waar is de jongen?
Hij ziet er niet uit als een intelligente jongen.
Ik vermoed dat die jongen die zo sterk op jou lijkt, je broer is.
Het kind lag op de bank.
Deze knul is een echte autodidact: hij heeft zelf geleerd zijn knopen aan te zetten.
- Hoe heette die jongen nu weer?
- Hoe was de naam van de jongen ook alweer?
- Hoe heette die jongen ook alweer?
De jongen reed voor het eerst op een paard.
De jongen heeft een appel in zijn zak.
De jongen liep weg zonder om te kijken.
Dit is het raam dat kapotgemaakt werd door de jongen.
De jongen veranderde niet van gedacht.
- Hij betrapte een jongen die zijn horloge aan het stelen was.
- Hij ving een jongen die zijn horloge aan het stelen was.
Wie is de jongen die Peter Pan speelt?
De jongen heeft een appel in zijn zak.
Hij is een jongen, zij is een meisje.