Translation of "Temen" in Dutch

0.006 sec.

Examples of using "Temen" in a sentence and their dutch translations:

- Ellos temen a la muerte.
- Ellas temen a la muerte.

Ze zijn bang voor de dood.

Temen que pueda estar muerto.

Ze vrezen dat hij dood is.

Las ranas les temen a las serpientes.

- Kikkers zijn bang voor slangen.
- Kikkers zijn bang van slangen.

Mis estudiantes no temen los materiales que contienen esa palabra.

Mijn leerlingen zijn niet bang van lesmateriaal met het n-woord.

- Todos le temen al tiempo.
- Todos tienen miedo del tiempo.

- Iedereen vreest de tijd.
- Iedereen is bang voor de tijd.

Las mofetas no temen a los perros, ni a los humanos.

Stinkdieren vrezen geen honden, evenmin mannen.

- Un niño quemado le teme al fuego.
- Niños quemados temen al fuego.

Een verbrand kind is bang voor het vuur.

Puede ser un lugar aterrador. Muchos le temen a lo que hay debajo.

...een angstaanjagende plek zijn. Velen zijn bang voor wat eronder ligt.

- A las ranas les dan miedo las serpientes.
- Las ranas les temen a las serpientes.

- Kikkers zijn bang voor slangen.
- Kikkers hebben schrik van slangen.
- Kikkers zijn bang van slangen.

- Ellos no le tienen miedo a la muerte.
- Ellos no le temen a la muerte.

- Ze zijn niet bang van de dood.
- Ze zijn niet bang voor de dood.