Examples of using "Temen" in a sentence and their dutch translations:
Ze zijn bang voor de dood.
Ze vrezen dat hij dood is.
- Kikkers zijn bang voor slangen.
- Kikkers zijn bang van slangen.
Mijn leerlingen zijn niet bang van lesmateriaal met het n-woord.
- Iedereen vreest de tijd.
- Iedereen is bang voor de tijd.
Stinkdieren vrezen geen honden, evenmin mannen.
Een verbrand kind is bang voor het vuur.
...een angstaanjagende plek zijn. Velen zijn bang voor wat eronder ligt.
- Kikkers zijn bang voor slangen.
- Kikkers hebben schrik van slangen.
- Kikkers zijn bang van slangen.
- Ze zijn niet bang van de dood.
- Ze zijn niet bang voor de dood.