Examples of using "Corrí" in a sentence and their dutch translations:
Ik liep.
- Ik rende naar buiten.
- Ik ben naar buiten gerend.
- Ik liep naar buiten.
- Ik ben naar buiten gelopen.
Ik rende naar mijn moeder.
Ik heb gelopen om op tijd te kunnen zijn.
Ik rende met de snelheid van bliksem.
Ik rende zo hard als ik kon, maar ik miste de bus.
Ik rende zo snel als ik kon, maar ik haalde de laatste trein niet.