Examples of using "Afuera" in a sentence and their dutch translations:
- Ze staan buiten.
- Zij staan buiten.
Ik zal buiten wachten.
We waren buiten.
- Iedereen eruit!
- Iedereen buiten!
- Het is nog klaar buiten.
- Buiten is het nog licht.
Het wordt donker buiten.
Er staat iemand buiten.
Ik stond buiten.
- Ik rende naar buiten.
- Ik ben naar buiten gerend.
- Ik liep naar buiten.
- Ik ben naar buiten gelopen.
- Kun je buiten wachten?
- Kunnen jullie buiten wachten?
Het sneeuwt buiten.
Wilt ge naar buiten gaan?
Blijf buiten!
- Het is buiten pikzwart.
- Het is buiten pikdonker.
- Het is helemaal donker buiten.
Kom binnen. Het is koud buiten.
Het lijkt buiten warm te zijn.
Laten we buiten praten!
Buiten is een bewaker.
Tom bleef buiten.
- Het is nog klaar buiten.
- Buiten is het nog licht.
Doe je jas aan. Het is koud buiten.
...van buiten en boven, hebben ons willen verdelen...
Vandaag moeten we buiten slapen.
De taxi staat buiten te wachten.
Ik ga buiten spelen. Ga je mee?
Mag ik naar buiten?
Er wachten buiten drie mannen op je.
Het is koud buiten. Doe je jas aan.
Draag alstublieft de tafel naar buiten.
Het is koud buiten.
Het sneeuwt buiten.
Het regent buiten.
De deur was van buitenaf gesloten.
Je moet naar buiten gaan als je wilt roken.
Draag alstublieft de tafel naar buiten.
Een zekere heer Jones wacht op u buiten.
Massa's mensen drommen buiten samen om het spektakel te bekijken...
en als iemand die het bekijkt als buitenstaander,
Tegenwoordig spelen kinderen niet buiten.
Het sneeuwde, maar het was niet erg koud buiten.
- Hoewel het regende, moest ik toch naar buiten gaan.
- Hoewel het regende, moest ik toch naar buiten.
"Het is koud buiten. Hoezo warmt de Aarde op?"
Het is buiten zo warm dat je een ei kunt bakken.
Eet ge dikwijls op restaurant?
Hij is buiten aan het wandelen.
Tom liep naar het raam en keek naar buiten.
En als we deze avond eens buiten gingen eten?
Een feministe met ontbloot bovenlichaam werd buiten het Vaticaan gearresteerd.
Mijn vader is juist buiten in de tuin.
Ik heb een oude vriend ontmoet buiten het stationsgebouw.
Kom binnen. Het is koud buiten.
Ik moet gaan want iemand wacht op me buiten.
Speel buiten in plaats van televisie te kijken.
Maar het is er minstens 20 graden warmer... ...dan in de grot.
De kinderen mochten niet buiten spelen; de storm was te hevig.
Hij kon niet slapen vanwege het lawaai buiten zijn raam.
Dus we gaan de mijn uit om te zien wat we nog meer kunnen vinden.
De deur was van buitenaf gesloten.
Laten we buiten een geschikte plaats zoeken, waar er niet zoveel volk is.
Tom zei tegen Mary dat het te heet was om buiten te gaan spelen.
Een man met wit haar speelde op een accordeon buiten de winkel.