Translation of "Convencerle" in Dutch

0.002 sec.

Examples of using "Convencerle" in a sentence and their dutch translations:

Conseguimos convencerle.

- We hebben hem kunnen overtuigen.
- We hebben haar kunnen overtuigen.
- We hebben u kunnen overtuigen.

No fue fácil convencerle.

Het was niet makkelijk om hem te overtuigen.

- Hemos intentado convencerle.
- Intentamos convencerlo.

We probeerden hem te overtuigen.

No he podido convencerle de que era cierto.

Ik kon er hem niet van overtuigen dat het waar was.

Era difícil convencerle para que cambiase de opinión.

Het was moeilijk hem te overtuigen om van gedachten te veranderen.

Yo pienso que no sirve de nada intentar convencerle.

Ik denk dat het geen zin heeft om haar te proberen te overtuigen.