Translation of "Aumentar" in Dutch

Debían aumentar el rendimiento anual

ze de jaarlijkse opbrengsten van de gewassen moesten opdrijven

Las tasas de interés van a aumentar progresivamente.

De intrest zal geleidelijk aan verhogen.

Y aumentar el calor como en un baño caliente

...en de hitte langzaam op te bouwen als een bad...

Una que nos permita mejorar y aumentar nuestras cosechas,

Een die ons toelaat om onze oogsten te verbeteren en op te schalen,

Podría aumentar las posibilidades de supervivencia para la familia.

de kansen op voortbestaan van de hele familie kan vergroten.

E intentando ayudar a las personas a aumentar su suerte.

en probeer mensen te helpen hun geluk te vergroten.

Nuestra meta es aumentar constantemente el número de repúblicas soviéticas.

Ons doel is, voortdurend het aantal sovjetrepublieken te vergroten.

Deben aumentar su peso corporal en un tercio para pasar el invierno.

Hun lichaamsgewicht moet met een derde groeien om de winter te overleven.