Examples of using "Personas" in a sentence and their dutch translations:
Beschadigde mensen beschadigen mensen.
Veertig mensen waren aanwezig.
Hoeveel mensen?
Wij zijn mensen.
- Weinig mensen denken zo.
- Weinig mensen denken dat.
Wie zijn die mensen?
- Veertig mensen waren aanwezig.
- Veertig mensen kwamen.
Veertig mensen kwamen.
Weinig mensen denken zo.
Heel veel mensen kennen hem.
Hij weet hoe hij advies moet geven.
Weinig mensen denken dat.
Er ontbreken nog drie personen.
Wie zijn die mensen?
Zelfs wij zijn mensen.
Sommige mensen zijn mooi.
Ze maken ons beter.
Wie zijn die mensen?
Ik houd niet van koppige mensen.
Voor velen is het tweeërlei:
toch wat sommige mensen betreft.
In dit vrijwel monddood gemaakte volk
Maar voor andere mensen
variërend van mensen tot bergketens.
Er waren duizenden mensen aanwezig.
Hoeveel mensen zijn er in Europa?
Er waren duizenden mensen aanwezig.
"Voor hoeveel personen?" "Voor drie."
Enkele mensen hebben twee auto's.
Hoe groot is te groot?
Ik moet deze mensen helpen.
Spoken kunnen mensen bezitten.
De Amerikanen zijn een agressief volk.
Er zijn veel mensen in Azië.
Enkele mensen twijfelden aan zijn eerlijkheid.
Deze maaltijd is genoeg voor drie personen.
wie deze mensen echt zijn,
Maar voor veel mensen is het duidelijk.
Zowel voor dieren als mensen,
Hoe hebben individuen deze aanvallen kunnen uitvoeren,
Duizenden mensen stierven
of mensen die zware lichamelijke arbeid verrichten.
Sommige mensen zoeken alleen maar plezier.
Slechts twee mensen overleefden de aardbeving.
Een miljard mensen spreken Engels.
In de kamer waren veel mensen.
Er zijn zes mensen, inclusief hem.
Hoeveel mensen wonen in jouw stad?
Veel mensen zijn afhankelijk van andere personen.
Wonen er veel mensen in jouw stad?
Zijn concert trok veel mensen aan.
We zijn mensen, en niet alleen verbruikers.
De kamer was propvol mensen.
Zij veracht mensen die lui zijn.
Vele mensen werden gedood door de explosie.
Sommige mensen willen de grondwet wijzigen.
In mijn gezin zijn er negen personen.
Mijn gezin bestaat uit vier personen.
Er zijn goede mensen op de wereld.
Veel mensen stierven in die oorlog.
- Minstens 100 mensen waren aanwezig.
- Er waren minstens 100 mensen aanwezig.
Dit eten is genoeg voor twee personen
Er zijn 30 personen in de bus.
Sommige mensen zijn allergisch voor tarwe.