Examples of using "Ahorrar" in a sentence and their dutch translations:
Hij moet zijn energie sparen.
- Wij moeten bezuinigen.
- Wij moeten besparen.
Ik probeer geld te sparen.
Ze werkte hard om geld te kunnen sparen.
Een computer zou u tijd doen uitsparen.
We moeten onze uitgaven beperken om geld te sparen.
Zijn levensdoel is geld te sparen.
Tom doet er alles aan om geld te kunnen besparen.
Het is makkelijker veel uit te geven dan een beetje te sparen.
Je moet altijd een appeltje voor de dorst sparen.
- Wij moeten bezuinigen.
- Wij moeten besparen.
Bij de rijken leert men sparen, bij de armen koken.
Ze sparen hun geld voor de aankoop van een huis.
Als je dat waterpistool wilt hebben, moet je er zelf maar voor sparen. Ik kan geen speelgoed voor je blijven kopen. Het geld groeit niet op m'n rug.