Examples of using "Vida" in a sentence and their dutch translations:
- Dat is het leven.
- Zo is het leven nu eenmaal.
- Zo is het leven.
- Zo gaat het nu eenmaal.
Wat een leven.
Het leven is mooi.
Het leven is mooi.
Ik wil mijn leven veranderen.
- Het leven is mooi.
- Het leven is prachtig!
- Dat is het leven.
- Zo is het leven.
- Zo gaat het nu eenmaal.
Zo is het leven.
- Het leven is oneerlijk.
- Het leven is niet eerlijk.
Hij heeft mijn leven gered.
Zolang er leven is, is er hoop.
Leve het leven!
Het leven gaat verder.
Het is mijn leven!
Ik hou van 't leven.
Je hebt mijn leven verwoest.
Geniet van je leven!
We hebben haar levend gevonden.
Zijn leven is in gevaar.
Zolang er leven is, is er hoop.
Zolang er leven is, is er hoop.
Iemand heeft mijn leven gered.
Is het leven niet prachtig?
- Uw dood is mijn leven.
- Jouw dood is mijn leven.
Ik heb mijn leven aan hem te danken.
Het leven gaat niet altijd over rozen.
Je zult me nooit levend in handen krijgen.
Het leven is beweging.
Daar vertrouw ik mijn leven aan toe.
Het leven is zo mooi,
Het leven moet beginnen --
Ze zitten vol leven.
Een onvoorstelbaar leven.
Lang leve de koning!
We hebben hem levend gevonden.
- Het leven is oneerlijk.
- Het leven is niet eerlijk.
Het leven is vreemd.
- Dat is het leven.
- Zo is het leven nu eenmaal.
- Zo gaat het nu eenmaal.
Verdwijn uit mijn leven!
- Ze hebben mijn leven verpest.
- Ze hebben mijn leven geruïneerd.
Ik heb een druk leven.
Het leven is kort.
- Het leven is mooi.
- Het leven is prachtig!
Ik hou van mijn leven.
Is er leven op Mars?
Het leven is leuk.
- Ik hou van m'n leven.
- Ik hou van mijn leven.
Het heeft mijn leven veranderd.
Het leven is moeilijk.
- Zo is het leven.
- Zo gaat het nu eenmaal.
Mijn leven is saai.
Water is leven.
Ik leef het leven.
Het leven is mooi.
Zoek een leven, man.
Het leven is interessant.
Het leven is nu.