Examples of using "¡definitivamente" in a sentence and their dutch translations:
- Zeker!
- Natuurlijk!
- Precies!
- Zonder twijfel.
- Jawel.
- Uiteraard!
- Inderdaad!
- Zeker weten!
- Maar natuurlijk!
Dat zal ik zeker doen.
Hij komt zeker niet.
Wij verlaten zeker en vast dit land.
Dat is zeker een mogelijkheid.
Tom is zeker iets van plan.
- Dit is zeker de beste manier.
- Dit is beslist de beste manier.
Ik kende die vrouw helemaal niet.
Dit komt beslist overeen met mijn eigen ervaring.
Ik zou wel wat energie kunnen gebruiken.
Ik zou zeker wel... ...wat energie kunnen gebruiken.
Maandag is zeker niet mijn favoriete dag van de week.
De zinnen vermenigvuldigen zich als konijnen. Maar het is goed.