Examples of using "Conozco" in a sentence and their dutch translations:
Ken ik jou?
Ik ken hem.
Ik ken je.
- Ik ken u niet.
- Ik ken je niet.
- Ik ken jouw taal.
- Ik ken jullie taal.
Ik ken hem niet.
Ik ken jullie niet.
Ik ken u niet.
Ken ik hem?
Ik ken hen.
Ik ken haar.
Ken ik jou?
Ken ik haar?
Ik ken hem.
Ik ken deze jongeman.
Ik ken een kortere weg.
- Ik ken je vader.
- Ik ken jullie vader.
- Ik ken uw vader.
Ik ken ze persoonlijk.
Dat gevoel ken ik.
Ik ken je.
Ik ken je niet.
Ik ken deze jongeman.
Ik ken haar niet.
Ik ken het probleem.
Ik ken de regels.
Ik ken hem.
Ik ken zijn naam.
Ik ken hem goed.
- Ik ken mijzelf heel goed.
- Ik ken mezelf erg goed.
Ik ken zijn familie.
Ik ken je zoon.
Ik ken Tom persoonlijk.
- Ik weet een binnenweg.
- Ik ken een kortere weg.
Ik ken die meisjes.
Ik ken beiden.
Ik ken je vader.
Ik ken aardig wat Canadezen.
Ik ken je moeder.
Ik ken die dans niet.
Ik ken deze jongeman.
Ik ken je vriend.
Ik ken een kortere weg.
Ik ken John al sinds 1976.
Het theaterstuk ken ik niet, maar de auteur ken ik heel goed.
Doordat ik Operation Gladio kende...
Kennen we elkaar?
Ik ken een goed Italiaans restaurant.
Ik ken haar helemaal niet.
Ik ken beide meisjes.
Ik ken hem al lang.
Ik ken niet veel woorden in het Hebreeuws.
Ik weet wel iets af van scheikunde.
Hier ken ik niemand.
Ik ken de vader van Maria.
Ik ken enkel zijn naam.
Ik ken mijn buren niet.
Ik ken hem al jaren.
Ik ken Johano al sinds 1976.
Ik ken de omgeving niet goed.
Ik ken die jongen daar.
Ik ken deze vrouwen niet.
- Ik ken enkel zijn naam.
- Ik ken hem alleen van naam.
Ik ken je broer heel goed.
Neen, ik ken hem niet. Ik weet welteverstaan wie hij is maar ik ken hem niet persoonlijk.
Ik ken niemand van hen.