Examples of using "увидеться" in a sentence and their dutch translations:
Wanneer kunnen we elkaar weer zien?
Laat me naar mijn meisje kijken.
Je zult hem morgen kunnen zien.
Ik wil mijn ouders zien.
Waarom kom je mij eens niet opzoeken?
Ik zou hem morgenmiddag graag willen zien.
Ik zal je volgend jaar kunnen zien.
- Ik wil u terugzien.
- Ik wil je weer zien.
- Ik wil u weer zien.
- Ik wil jullie weer zien.
- Ik wil je terugzien.
We willen Tom zien.
Ik zou graag jouw moeder willen zien.
Zou ik u vanavond kunnen zien?
- Ik zou haar graag willen zien.
- Ik zou haar willen zien.
Wanneer kan ik haar zien?
Ik kon nauwelijks wachten om hem te zien.
Ik wil je terugzien.
We willen Tom zien.
Kan ik u komende maandag zien?
Ik kwam hier om u te zien.
Ik zou mijn vader willen zien.
- Ik zou haar graag willen zien.
- Ik zou haar willen zien.