Examples of using "мужем" in a sentence and their dutch translations:
Hij zal een goede echtgenoot zijn.
Hij toonde zich een ideale echtgenoot.
Hij besloot met haar te trouwen.
Tom was toentertijd niet mijn man.
Zij en haar man gingen daarnaartoe en regelden een obligatie-uitgifte
Hij toonde zich een ideale echtgenoot.
Hij zal een goede echtgenoot voor haar zijn.
Tom ging tussen Maria en haar man zitten.
John zal een goede echtgenoot en vader zijn.
- We zijn man en vrouw.
- Wij zijn man en vrouw.
Tom kent Mary's man.
Maria en haar man spreken elke avond over hun persoonlijke problemen.
Toms vrouw kent Mary's man niet.
- We zijn een echtpaar.
- We zijn getrouwd.
- Wij zijn getrouwd.
- We zijn man en vrouw.
- Wij zijn man en vrouw.