Examples of using "ездили" in a sentence and their dutch translations:
Vorige zomer gingen we naar Hokkaido.
Ben je ooit naar Boston geweest?
Vorige zomer reden ze naar een kuuroord in de bergen.
Vorig jaar zijn we naar Londen geweest.
Dus gingen we twee weken rondrijden in Costa Rica,
We zijn met de bus naar Boston gegaan.
Ze hebben hun ouders bezocht gisteren.
Ging je naar Caïro of Alexandrië?
Ben je naar Boston gegaan?
Heb je ooit paard gereden?
- Waar ging je skiën?
- Waar ging u skiën?
- Waar gingen jullie skiën?
Waarom ging je naar de stad?
- Je kunt beter niet naar.
- U doet er best aan niet te gaan.