Translation of "Sexta" in Dutch

0.007 sec.

Examples of using "Sexta" in a sentence and their dutch translations:

Hoje é sexta.

- Vandaag is het vrijdag.
- Het is vandaag vrijdag.

- Finalmente, é sexta-feira.
- Até que enfim, é sexta-feira.

Eindelijk is het vrijdag.

Hoje é sexta-feira.

- Vandaag is het vrijdag.
- Het is vandaag vrijdag.

Hoje é sexta-feira?

Is het vandaag vrijdag?

Finalmente é sexta-feira.

Eindelijk is het vrijdag.

Ontem foi sexta-feira.

Gisteren was het vrijdag.

O acidente aconteceu sexta-feira.

Het ongeluk vond op vrijdag plaats.

Você está livre sexta-feira à tarde?

Ben je vrijdagmiddag vrij?

Eu sugiro que a gente saia na sexta.

Ik stel voor dat we op vrijdag vertrekken.

O museu está aberto de segunda a sexta.

Het museum is geopend van maandag tot vrijdag.

Tom vai viajar para a Índia na próxima Sexta.

Tom vertrekt naar India komende vrijdag.

Tom e seus amigos jogam pôquer quase toda sexta à noite.

Tom en zijn vrienden spelen bijna iedere vrijdagavond poker.

"Você acha melhor nos encontrarmos na quinta ou na sexta?" "Para mim tanto faz."

"Denk je dat het beter is om af te spreken op donderdag of op vrijdag?" "Mij maakt het niet uit."

Dizem que se o dia treze for sexta-feira, é dia de má sorte.

Men zegt dat vrijdag de dertiende een ongeluksdag is.

A sexta pessoa a ser atacada no que acabou por ser um cerco de dez horas...

...de zesde persoon die werd aangevallen in een belegering van 10 uur.

Segunda-feira, terça-feira, quarta-feira, quinta-feira, sexta-feira, sábado e domingo são os dias da semana.

Maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag zijn de dagen van de week.

Os dias da semana são: segunda-feira, terça-feira, quarta-feira, quinta-feira, sexta-feira, sábado e domingo.

De dagen van de week zijn maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag.

Segunda-feira, terça-feira, quarta-feira, quinta-feira, sexta-feira, sábado e domingo são os sete dias da semana.

Maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag zijn de zeven dagen van de week.

- Um dia é um trezentos e sessenta e cinco avos ou um trezentos e sessenta e seis avos de um ano.
- Um dia é a tricentésima sexagésima quinta ou a tricentésima sexagésima sexta parte do ano.

Een dag is een driehonderdvijfenzestigste of een driehonderdzesenzestigste van een jaar.