Examples of using "Olha" in a sentence and their dutch translations:
Kijk daar!
Kijk, kijk!
Kijk eens wie dat zegt.
Kijk, het sneeuwt!
Bekijk de afbeelding.
Oh, een vlinder!
- Kijk naar Tom.
- Let op Tom.
Kijk naar de prijs.
Kijk, een acacia!
Kijk!
Kijk eens hoe groot dat is!
Kijk eens wat er gebeurd is.
Kijk hier.
Kijk eens, wat een mooi meisje!
Kijk! Er is een kat in de keuken.
- Kijk omhoog.
- Zoek op.
Kijk ma, ik ben op Tatoeba!
Kijk nog eens.
- Kijk wat een groot ding!
- Kijk eens hoe groot dat is!
Oh, weet je wat?
Kijk naar haar kont.
Tom, kijk wat we gedaan hebben.
Kijk naar de maan.
Kijk eens wat een uitzicht.
Kijk me aan.
Kijk naar het huis met het rode dak.
Kijk in de spiegel.
Mam, kijk wat ik heb gevonden.
Een gegeven paard mag je niet in de bek kijken.
O, hier zit een vlinder!
- Kijk naar de lucht.
- Kijk naar de hemel.
Kijk, de jongens lopen met blote voeten in het water.
- Kijk in mijn ogen.
- Kijk me in de ogen.
- Neem een kijkje.
- Kijk eens.
Kijk eens naar dat huis.
Kijk achter je!
Kijk! Het sneeuwt!
Hoe vaak per dag kijk je in de spiegel?
- Sst!
- Ssst!
Moet je die rook zien.
Oh, weet je wat?
Kijk naar mijn nieuwe auto.
Kijk naar de sterren.
Kijk in de put.
Tom houdt niet van de manier waarop Maria naar hem kijkt.
Kijk op de kaart.
Een gegeven paard mag je niet in de bek kijken.
Bemoei je met je eigen zaken.
Kijk voordat je een straat oversteekt altijd eerst naar links, dan naar rechts en daarna weer naar links.