Translation of "Nevando" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Nevando" in a sentence and their dutch translations:

- Olhe! Está nevando!
- Olha! Está nevando!
- Veja! Está nevando!

Kijk! Het sneeuwt!

Está nevando.

- Het sneeuwt.
- Het is aan het sneeuwen.

Está nevando agora.

- Nu sneeuwt het.
- Het sneeuwt nu.

Olha, está nevando!

Kijk, het sneeuwt!

Está nevando hoje.

Het sneeuwt vandaag.

Ainda está nevando.

Het sneeuwt nog steeds.

- Está nevando.
- Neva.

- Het sneeuwt.
- Het is aan het sneeuwen.

Oh, está nevando!

- Oh, het sneeuwt!
- Oh, het is aan het sneeuwen!

Está nevando aqui.

Het sneeuwt hier.

Está nevando aí.

Het sneeuwt daar.

Olhem! Está nevando.

Kijk! Het sneeuwt.

- Nevava.
- Nevou.
- Estava nevando.

Het was aan het sneeuwen.

Está nevando lá fora.

Het sneeuwt buiten.

Está nevando em Boston?

Sneeuwt het in Boston?

Está nevando de novo.

- Het sneeuwt weer.
- Het is weer aan het sneeuwen.

- Lá neva.
- Está nevando lá.

Het sneeuwt daar.

Estava nevando quando eu acordei.

Toen ik wakker werd, sneeuwde het.

Está nevando a noite inteira.

Het heeft de hele nacht gesneeuwd.

Está nevando aqui em Boston.

Het sneeuwt hier in Boston.

Não está chovendo, está nevando.

Het regent niet. Het sneeuwt.

- Nevava.
- Nevou.
- Estava nevando.
- Tinha nevado.

- Het had gesneeuwd.
- Het heeft gesneeuwd.
- Het was aan het sneeuwen.

Quando abri as cortinas, estava nevando.

- Wanneer ik de gordijnen opende was het aan het sneeuwen.
- Het was aan het sneeuwen wanneer ik de gordijnen opende.

- Está nevando em Paris.
- Neva em Paris.

Het sneeuwt in Parijs.

- Está nevando hoje.
- Hoje nevou.
- Hoje caiu neve.

Het sneeuwt vandaag.

Está nevando neste inverno mais ainda do que no anterior.

Het sneeuwt deze winter zelfs nog meer dan tijdens de laatste.